United States or Andorra ? Vote for the TOP Country of the Week !


As je de rechter van extruksie was, zat 'k er zóó alweer in ... Affijn, we zulle d'r nou maar niks verder van zegge, da's beter ... enne ... jij ben ook de kwaaiste toch niet ... vergete en vergeve zei de Heer ... 'k wil zegge: de Natuur." Hij zat nu verlegen te blozen en voor zich uit te stamelen.

Hoe is 't met uw vader" vraagde Venijnige Charel ... Bij 't smakkend rooktrekken om zijn korte pijp te doen vunzen, antwoordde Geerten heel kalm, met zijn gewone heesche baardstem: "Bah ...den ouwen dag, ... vier en negentig zulle!...

'En biesjen achteruut, maot; ziede ga niet dat ga de poes op de poot trappen zult. Zie zoo; kaaik, we zallen eenen goeden oop ooi in den zak doen. Dan modde ga ook goed stappen, zulle!" enz.

De baljuw maakte nu de feiten en punten bekend, uit hoofde waarvan Klaas voor de vierschare gedaagd was en sprak: De aanbrenger, toevallig eens te Damme gebleven, ten einde zijn geld te Brugge niet in slemperijen en braspartijen te verteren, gelijk dit meer gebeurt bij deze heilige gelegenheid, stond in pais een luchtje te scheppen aan zijne zulle, toen hij een man de Reigerstraat zag ingaan.

"Ik wou 'm anders wel es zien," zei de jonge man voor het buffet snoeverig, en voegde erbij "'k heb de Prinses óók gezien." "Denk je dat ze 'm wat doen zulle'?" zei de buffetjuffrouw. "Zulle' misschien wel moete'," zei de jonge man die voor den toonbank stond, zijn glas leegdrinkend. En temidden van tien millioen dergelijke praatjes kwam de jonge Caddles naar Londen...

"Geen loer draaie, zou 'k denke?" "Nou, blijf daar dan niet staan alsof je bang ben, mensch! wie weet er wat van? wìj zulle mekaar toch geen loer draaie, zou 'k denken?" "Nee, dat geloof 'k ook niet!" zei juffrouw Dilber en de man tegelijk. "Dat denke we ook niet!" "Nou, goed dan!" riep de vrouw. "Wie mist een paar dinge als die wij hier brenge? Zoo'n dooje man zéker niet."

Ameye raapte het witte pakje met suikergoed en het rankje hulstgroen op, die, nevenseen, op de zulle waren neergevallen. Eenige dagen verstreken voor Goedele in eendelijke onverschilligheid. Ze was heel korten tijd bij Romaan gebleven, had geweend omdat Wiezeken er zoo deerlijk uitzag en was weggeloopen, seffens.

De mannen sprongen recht, namen plaats om de ronde tafel, juist onder den lichtenden gasluchter, midden 't vertrek. Lowis bleef staan, nieuwsgierig kijkend, zijlings-lonkend naar Franske, die heur voortdurend gadesloeg, bewonderend de gevulde ronding der borst spannend in 't zijden lijfje, waaruit mollig-gedraaid de wat sproeterig-roode armen staken ... "Allô, niet stooten zulle!"

"Je kunt er haath niet inkomme hoe ze d'er zulle uitzien as ze volwasse benne," zei de heer Skinner. "Groot als een paard," zei de heer Bensington. "Thal niet veel thchelen," zei Skinner. "Verscheiden menschen zouden hun maal kunnen doen van één vleugel!" zeide de heer Bensington. "Zij zouden aan stukken te snijden zijn als rundvleesch."

Geerten stond al in de donkere gang, waar dreef een doffe huislucht, en de benauwende geur van schimmelende lompen onder 't bouwvallige zoldertrapken opgestapeld ... "Salut en den kost zulle! 'k Ga naar vader" ... en zich plots herinnerend ... "en haalt uwen wasch binnen!..." "Ge komt van nacht zeker weer niet naar huis ..." schimpte Trees hem nog achterna ...