United States or Saint Barthélemy ? Vote for the TOP Country of the Week !


Heer, ik ben een arm man en verdien anders nog geen 30 piasters in een heele maand. Ook kende ik den ouden Mubarek en hield hem voor een heilige. Daarom was ik gaarne bereid hen tot gids te dienen. Zeiden zij niet waarom zij naar Taschköj wilden? Neen, maar zij zeiden dat zij door vier Skipetaren werden achtervolgd, die natuurlijk niet mochten weten waarheen ik hen had gebracht.

"Wilt gij bekennen, nietswaardige deerne!" riep hij en hief zijn rijzweep, die hij in de hand hield, op, om haar te slaan. "Sla toe, heer," riep zij, "ik verdien het, maar bij den eeuwigen God! ik heb het niet gestolen! Men heeft het mij gegeven, zoo waar als ik hier lig; ik zou het nooit voor de grap om gedaan hebben, had ik geweten, waar het op uit loopen zou."

"Ik weet niet hoe je alles zoo vreemd kunt opvatten," hernam Willem half geraakt en half verlegen: "Doe ik van mijn kant dan ook niet alles om den ouden man het werk te verlichten? 't Zijn toch slechts vijf en zeventig gulden die ik hier verdien, terwijl er mij door den meester te D. honderd met den kost zijn aangeboden.

Maar Halef, als dat toch waar is, verdient ge een pak slaag! Ik verdien uw dank, Sihdi, verder niets. Wanneer gij mij dien geeft, ben ik even tevreden, als ik het was toen de waard mij al de toespijzen bracht, die gij hier in dezen mand, in roerende eendracht, ziet bijeengevoegd. Gij hadt niets mogen aannemen!

"Ik gevoel dat ik dit verwijt verdien," zeide Mom, zich buigende op een vriendelijken toon: "doch ik wist niet, dat er redenen bestonden, welke den Baron beletten konden, zijn goedkeuring te weigeren aan een echt tusschen de Freule en u! Ik werd toevallig gewaar, dat gij misschien de bevoorrechte, geliefde minnaar wezen kondt, en in dit geval wilde ik geen hinderpaal voor uw wenschen zijn.

Omdat ik gezondigd heb, verdien ik noch mijn geluk, noch de echtscheiding, en ik neem de schande aan, evenals de smart der scheiding." Anna was oprecht, toen zij zoo redeneerde, maar inderdaad had zij tot nu toe noch dit lijden, noch deze schande gekend, die zij meende als boete te zullen kunnen dragen.

"En ik geef u vrijheid tot alles," antwoordde Cedric, de achterdeur verlatende en met een verlicht hart door het vrije veld heenstappende, "als ik bij onze eerste ontmoeting niets meer van u verdien!" Zich daarop naar het kasteel omkeerende, wierp hij den gever het goudstuk weder toe, terwijl hij uitriep: "Valsche Normandiër! moge uw geld met u vergaan!"

"Dan zullen wij nu weer in Bolton Street kunnen wonen," zeide zij, "en het treft juist zoo gelukkig dat het huis te huur staat. Dat heb ik gezien." "Ja," antwoordde hij, "daar kunnen we weer gaan wonen, zoodra ge maar wilt." "En kunnen we rijtuig houden?" "Neen, nog niet; daar verdien ik nog niet genoeg voor. Het volgend jaar, als ik het beleef, zult ge een rijtuig kunnen krijgen.

'k Geef ze nou al voor een halven cent winst over, omdat de anderen het ook doen ... Waslucifers, waslucifers! allemaal zonder vergif. Waslucifers, heeren! ... Loop jij met een marmotje?" "Neen." "Wat heb je daar dan?" "Een hondje." "Verdien je daar centen mee?" "Neen." "Loop je dan niet om centen?" "Neen." "Heb jij je tong doorgeslikt? Kom, spreek eens een spreek! Wat doe jij voor den kost?"

Maar zeker verwacht ik spoedig het loon, dat ik verdien: den dood, die mij liever zal zijn dan het leven door de herinnering aan mijn lafheid, omdat ik aan u niet kan noch mag verbergen, wat ik u niet zonder groote schaamte openbaren zal. Hij bekende alles en beweerde, dat hij wetend, hoezeer hem dit niet paste, tot straf had willen sterven en geloofde, dat het spoedig zou gebeuren.