United States or North Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Emmeline viel niet flauw; maar stortte zich met Cassy in een gedeelte van het moeras, zoo donker en dicht begroeid, dat Legree er niet aan denken kon om haar zonder hulp te volgen. "Welnu," zeide hij met een ruwen lach, "zij zijn nu toch in de val geloopen die karonjes. Zij zitten daar goed vooreerst en zij zullen er voor zweeten." "Hallo, daar! Sambo! Quimbo!

Eenigen gingen flambouwen van dennentakken halen, anderen maakten de honden los, wier schor, kwaadaardig geblaf het rumoer niet weinig vergrootte. "Meester, moeten wij ze doodschieten, als wij ze niet kunnen vangen?" zeide Sambo, aan wien Legree een jachtroer had gegeven.

Ik wou dat ik ook dien weg op moest! Zegt, zou ik ze niet laten lachen? Maar hoe is dat? Moet die heele troep morgen gaan?" zeide Sambo, en leide zijne hand vrijpostig op Adolfs schouder. "Wees zoo goed om van me af te blijven," zeide Adolf barsch en richtte zich met groote minachting rechtop.

"Kijkt, jongens, dat is een van die blanke negers, eene soort van roomkleurtje, en geparfumeerd!" zeide Sambo, nog dichter bij Adolf komende en zijn neus ophalende. "Hij zou goed voor een tabakswinkel zijn. Men kon hem gebruiken om de snuif te parfumeeren. Hij zou den winkel aan eene goede klandizie helpen zou hij niet?" "Blijf van mij af, zeg ik!" riep Adolf woedend uit.

Die hebt gij niet gekocht die kunt gij niet koopen. Die is gekocht en ook betaald, door Eenen Eenen die in staat is om haar te bewaren. Doe dus wat gij wilt, gij kunt mij niet schaden." "Niet?" zeide Legree smalende. "Dat zullen wij eens zien. Hier, gij Sambo en Quimbo, geef dien hond zulk een pak, dat hij in geene maand te boven is."

Hij ontboezemde een kort maar krachtig getuigenis van dien wonderbaren Helper van Zijn leven, Zijnen dood, Zijne eeuwige alomtegenwoordigheid en Zijne macht om te redden. Zij schreiden, die twee barbaarsche negers. "Waarom heb ik dat nooit vroeger gehoord!" zeide Sambo. "Maar ik geloof het! Ik kan het niet laten! Heere Jezus, wees ons genadig!" "Arme schepselen!" zeide Tom.

Sambo en Quimbo haatten elkander hartelijk, al de arbeiders op de plantage haatten hen; en door den een tegen den ander te gebruiken, was Legree tamelijk zeker van eene dezer drie partijen alles te vernemen wat er op zijne plantage omging.

Sambo stond met een wijd geopenden mond, stom van verbazing; en Cassy, die het vertrek had willen verlaten, bleef staan en zag hem met bevreemding aan. "Breng mij nooit meer van die duivelsche dingen," zeide Legree, Sambo, die haastig naar de deur week, met zijne vuist dreigende; en vervolgens raapte hij den dollar op en wierp hem door eene vensterruit naar buiten in de duisternis.

Sambo is aan den gang, zie ik," voegde hij er bij, goedkeurend het woord richtende tot een zwaarlijvigen neger, die de ruwe potsen maakte, welke het gelach veroorzaakten dat Tom gehoord had. Tom was, gelijk men wel denken kan, niet gestemd om in het vermaak te deelen. Hij zette dus zijn koffer zoover mogelijk van de luidruchtige groep, ging er op zitten en liet zijn hoofd tegen den muur leunen.

De vrouw scheen voor een korte poos tot bovennatuurlijke kracht aangeprikkeld en werkte met wanhopigen ijver voort. "Pas op dat gij er aan blijft," zeide Sambo, "of gij zult van avond wenschen dat gij maar dood waart, zou ik denken." "Dat doe ik nu al," hoorde Tom haar zeggen. En kort daarop zeide zij weder: "O Heere, hoelang? O Heere, waarom helpt Gij ons niet?"