United States or Wallis and Futuna ? Vote for the TOP Country of the Week !


Emmeline viel niet flauw; maar stortte zich met Cassy in een gedeelte van het moeras, zoo donker en dicht begroeid, dat Legree er niet aan denken kon om haar zonder hulp te volgen. "Welnu," zeide hij met een ruwen lach, "zij zijn nu toch in de val geloopen die karonjes. Zij zitten daar goed vooreerst en zij zullen er voor zweeten." "Hallo, daar! Sambo! Quimbo!

Sambo en Quimbo haatten elkander hartelijk, al de arbeiders op de plantage haatten hen; en door den een tegen den ander te gebruiken, was Legree tamelijk zeker van eene dezer drie partijen alles te vernemen wat er op zijne plantage omging.

Hij zette zijne mand neer, en de oogen opslaande, zeide hij: "In Uwe handen beveel ik mijnen geest! Gij hebt mij verlost, o Heere, God van waarheid!" en toen liet hij zich gewillig door de ruwe hand van Quimbo aangrijpen en medesleepen. "Ja, ja," zeide de reusachtige zwarte, Tom voorttrekkende. "Nu zult gij er van lusten. Meester is dol van kwaadheid, dat kan ik je zeggen!

Legree had hen in het begin gezegd, dat hij hem gekocht had om een algemeenen opzichter van hem te maken; en dit had reeds een wrok tegen hem gezet, die bij menschen van zulk een lage, slaafsche gezindheid nog was toegenomen, toen zij het ongenoegen van hunnen meester over hem zagen komen. Quimbo liep dus met blijdschap heen, om het bevel ten uitvoer te brengen.

Die oude vervloekte rekel is dat aanlegger van het geheele geval, en ik zal het uit zijne zwarte huid halen of ik zal het hem betaald zetten." Hoewel Sambo en Quimbo elkander haatten, stemden zij toch overeen in een niet minder levendigen haat tegen Tom.

"Ik heb altijd hoop gehad." De jacht duurde lang, en het geheele moeras werd nauwkeurig doorzocht, maar zonder eenig gevolg; en met zekere ernstige, spottende blijdschap zag Cassy op Legree neer, toen hij moede en verdrietig van zijn paard stapte. "En nu, Quimbo," zeide Legree, terwijl hij zich in de huiskamer op zijn gemak zette, "ga nu dien Tom eens hier halen, dadelijk!

Wij zullen het juist op deze manier aanleggen. Wij zullen de achterdeur uitgaan en bij het kwartier langs loopen. Sambo en Quimbo zullen ons zeker zien. Zij zullen ons najagen en wij loopen het moeras in.

Hij bracht den brandewijn mede en goot dien Tom in de keel. "O, Tom," zeide Quimbo. "Wij zijn geducht goddeloos geweest, dat wij zoo met u gehandeld hebben." "Ik vergeef het u met geheel mijn hart," zeide Tom flauw. "O Tom, zeg ons, wie is die Jezus toch?" zeide Sambo. "Jezus, die u dezen ganschen nacht zoo heeft bijgestaan? Wie is hij?" Deze woorden wekten den bezwijmenden geest op.

"Ik zal Sambo en Quimbo hier laten komen om te zingen en hunne helsche dansen te dansen, en die akelige gedachten weg te jagen," zeide Legree, zette zijn hoed op, ging naar de veranda en blies op een hoorn, waarmede hij gewoon was zijne zwarte opzichters te roepen.

Hij is een van die kerels, die al de negers zal doen denken, dat zij het te kwaad hebben, als meester niet op hem past." "Zoo, zoo! Die vervloekte zwartkop!" zeide Legree. "Hij zal gedrild moeten worden, he, jongens?" Beide negers antwoordden met een afschuwelijke grijns. "Ja, ja," zeide Quimbo, "meester Legree kan wel drillen. Daarin zou de duivel zelf hem niet kunnen verbeteren."