United States or Sint Maarten ? Vote for the TOP Country of the Week !


Haar snavel is middelmatig lang, bijna recht; de bovensnavel heeft een zacht gebogen ruglijn en vertoont vóór de spits een ondiepe inkerving; de voeten zijn middelmatig hoog en slank; de vleugels zijn wel niet bijzonder lang, maar betrekkelijk spits; de derde en de vierde slagpen zijn langer dan de overige; de staart is zelden meer dan middelmatig lang en in den regel recht afgesneden of aan de zijden slechts weinig afgerond; het vederenkleed eindelijk is zacht, maar toch niet zeer wijdstralig; de kleur is zeer ongelijk.

De korte, steeds geplooide hals is dikker dan de kop en gaat zonder merkbare scheiding in den kolossalen romp over; deze onderscheidt zich zoowel door de scherpe, in 't midden uitgeholde ruglijn en den over zijn geheele lengte afgeronden en hangenden buik, als doordat hij iets hooger is in de schouders dan in het kruis; de korte staart is bij sommige naar de spits toe zijdelings sterk samengedrukt en dan tot aan het einde bijna gelijk van breedte, bij andere gestrekt kegelvormig.

Boven het linker schouderblad waren twee kleurige linten in de huid geprikt, die bij elke beweging even opwuifden boven den langen zwaai van den rug uit, één lange getrokken ruglijn, zwellend over de schoft, dan weêr dalend, om te verloopen over het bijna tengere achterlijf in den rondgeeselenden staart. Maar het publiek begon ongeduldig te worden en te schreeuwen.

De kromme voorpooten zijn langer dan de achterpooten, waardoor de ruglijn een hellenden stand verkrijgt; alle voeten zijn met vier teenen voorzien. De ooren zijn slechts dun behaard en onedel van vorm; de oogen zijn scheef geplaatst, fonkelen verdacht en hebben een onaangename, onvaste, wantrouwen wekkende uitdrukking.

Hun lichaamsbouw is gedrongen;. de middelmatig lange, maar bijzonder krachtige snavel heeft een flauw gebogen ruglijn; de pooten zijn slank en hebben een langen loop; de vleugel, welks spits gevormd wordt door de vierde en de vijfde slagpen, reikt tot aan het uiteinde van den zeer korten staart.

Zijn romp is korter, maar staat hooger op de pooten dan bij zijn stamgenoot, van wien hij zich bovendien nog duidelijk onderscheidt door den platteren kop met meer gewelfd voorhoofd, dunnere slurf, grootere slagtanden en veel grootere ooren, door de meer gewelfde ruglijn, smallere borst en leelijker pooten.

Ze hief zoo gauw haar licht in de hoogte dat een schemering rondwierp in den warmen smoordamp en wat verkraakte stroopijlen en een glimmende slietrand te zien lieten, achter de witte ruglijn van de liggende koe bleef het al donker en gedoken. Belle draaide gedoezig den goeden kop, sloeg met den steert en blies luide den warmen adem uit de neusgaten.

Het kenmerkt zich door den slanken lichaamsbouw, den kegel-priemvormigen snavel met flauw gebogen ruglijn; vóór de benedenwaarts gekromde spits van den bovensnavel komt een kleine inkerving voor; de stevige voeten zijn tamelijk kort, de vleugels middelmatig lang en eenigszins afgerond; de staart is kort of middelmatig lang; het vederenkleed eindelijk is dicht, zijdeachtig zacht, in den regel niet bijzonder levendig van kleur.

Het dier, waarop in dit bericht van Aelianus gedoeld wordt, is Yak (Bos grunniens), die men ook wel Knorbuffel noemt. Zijn romp is krachtig gebouwd; de matig groote, zeer breede kop, neemt van het lange en platte voorhoofd tot den knotsvormigen snuit gelijkmatig in dikte en breedte af; de oogen zijn klein en hebben een onnoozele uitdrukking; de ooren zijn klein en afgerond. De hoornen zijn achter aan den kop aan weerszijden van de voorhoofdslijst gezeten, van boven naar onderen samengedrukt, aan de voorzijde rond, aan de achterzijde tot een kant versmald, eerst zijwaarts, naar achteren en naar buiten, daarna weder naar voren en naar boven, en eindelijk met de spits naar buiten en naar achteren gericht. De hals is kort en stijfnekkig; de ruglijn, die eenige golvingen vertoont, daalt tot aan den staartwortel langzaam af; de staart is lang en met een ruigen, tot op den bodem reikenden kwast versierd. Het haarkleed bestaat over 't algemeen uit fijne en lange haren, die dikwijls het geheele aangezicht bedekken, zich aan de schouders en langs beide zijden verlengen tot steil naar onderen hangende, op een gordijn gelijkende, zacht golvende manen. De volwassen dieren hebben een fraaie donkerzwarte kleur, die op den rug en aan de zijden een bruinachtige tint vertoont; de haren om den bek zijn grijsachtig; langs den rug loopt een zilvergrijze streep. De totale lengte van volwassen stieren bedraagt 4.25, de hoogte van den bult tusschen de schouders 1.9 M.; de hoornen zijn 80

Juist daarboven breidde zich een wijde kroonluchter, welke met metalen festoenen aan de eiken zoldering hing. Stoelen van verscheiden grootte en verschillende ruglijn waren tegen de donkere lambrizeering op éene rij geplaatst.