United States or Mayotte ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het dier, waarop in dit bericht van Aelianus gedoeld wordt, is Yak (Bos grunniens), die men ook wel Knorbuffel noemt. Zijn romp is krachtig gebouwd; de matig groote, zeer breede kop, neemt van het lange en platte voorhoofd tot den knotsvormigen snuit gelijkmatig in dikte en breedte af; de oogen zijn klein en hebben een onnoozele uitdrukking; de ooren zijn klein en afgerond. De hoornen zijn achter aan den kop aan weerszijden van de voorhoofdslijst gezeten, van boven naar onderen samengedrukt, aan de voorzijde rond, aan de achterzijde tot een kant versmald, eerst zijwaarts, naar achteren en naar buiten, daarna weder naar voren en naar boven, en eindelijk met de spits naar buiten en naar achteren gericht. De hals is kort en stijfnekkig; de ruglijn, die eenige golvingen vertoont, daalt tot aan den staartwortel langzaam af; de staart is lang en met een ruigen, tot op den bodem reikenden kwast versierd. Het haarkleed bestaat over 't algemeen uit fijne en lange haren, die dikwijls het geheele aangezicht bedekken, zich aan de schouders en langs beide zijden verlengen tot steil naar onderen hangende, op een gordijn gelijkende, zacht golvende manen. De volwassen dieren hebben een fraaie donkerzwarte kleur, die op den rug en aan de zijden een bruinachtige tint vertoont; de haren om den bek zijn grijsachtig; langs den rug loopt een zilvergrijze streep. De totale lengte van volwassen stieren bedraagt 4.25, de hoogte van den bult tusschen de schouders 1.9 M.; de hoornen zijn 80