United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze worden bij elke zegepraal van een inkerving voorzien en die zegepralen worden bevochten door een vergelijking in sterkte met de knodsen van anderen. Ik heb een oud stuk gezien, dat zeven-en-zestig inkervingen droeg. Vroeger was de werpspeer in gebruik met tweehonderd-vijftig beenpunten; maar die is door het geweer verdrongen.

Hun gestalte is zeer slank, de snavel langer dan de kop, aan den wortel tamelijk dik en de spits, de beide kaken zijn fraai gekromd, de snavelrug en de nagenoeg niet binnenwaarts gebogen zijranden scherp; de bovensnavel is iets langer dan de ondersnavel, maar heeft geen benedenwaarts gerichte spits en ook geen inkerving.

In 1868 werd in de Académie des Sciences eene kaak van eenen rhinoceros uit de miocene periode vertoond, waarop, zooals men zeide, eene door den mensch gedane inkerving zichtbaar was. Zoo ook heeft men in de miocene formatie van Maine-et-Loire eene rib van een halotherium gevonden evenzeer met insnijdingen door menschenhanden verricht. Hetzelfde is het geval met beenderen te Pikermi gevonden.

Door het groeien toch neemt de stengel in dikte toe, heeft men den band te sterk aangehaald, dan kan dit uitzetten daar plaatselijk niet gebeuren, waardoor de band in den stengel groeit. Dit is zeer nadeelig, daar de sapbeweging er door gestremd wordt: ook ontstaat er een inkerving, die nooit meer verdwijnt.

Hunne kenmerken zijn: een slank lichaam, een dunne, rechte, aan den wortel smalle, priemvormige snavel met ingetrokken rand en een ondiepe inkerving vóór de zeer weinig benedenwaarts gebogen spits van den bovensnavel, voeten met slanken loop en zwakke teenen, maar groote nagels, waarvan één, de achterste, evenals bij de Leeuweriken, bij wijze van een spoor verlengd is, middelmatig lange vleugels, een middelmatig lange staart, een glad aanliggend, grond- of graskleurig vederenkleed.

Het kenmerkt zich door den slanken lichaamsbouw, den kegel-priemvormigen snavel met flauw gebogen ruglijn; vóór de benedenwaarts gekromde spits van den bovensnavel komt een kleine inkerving voor; de stevige voeten zijn tamelijk kort, de vleugels middelmatig lang en eenigszins afgerond; de staart is kort of middelmatig lang; het vederenkleed eindelijk is dicht, zijdeachtig zacht, in den regel niet bijzonder levendig van kleur.

Haar snavel is middelmatig lang, bijna recht; de bovensnavel heeft een zacht gebogen ruglijn en vertoont vóór de spits een ondiepe inkerving; de voeten zijn middelmatig hoog en slank; de vleugels zijn wel niet bijzonder lang, maar betrekkelijk spits; de derde en de vierde slagpen zijn langer dan de overige; de staart is zelden meer dan middelmatig lang en in den regel recht afgesneden of aan de zijden slechts weinig afgerond; het vederenkleed eindelijk is zacht, maar toch niet zeer wijdstralig; de kleur is zeer ongelijk.

Maar hierop antwoordden de zoons: "Maak u daarover niet ongerust; bestijg uw paard en neem in uw zak een voldoend aantal verlovingskoeken mee. Gij moet ook een stok in uw hand nemen, waarin gij een inkerving maakt, telkens als gij een meisje ziet. Het komt er niet op aan, of zij mooi of leelijk, kreupel of blind is maak een insnijding voor elk meisje, dat u ontmoet."

Hun grootte wisselt af tusschen die van een Lijster en die van een Kauw. De betrekkelijk zeer krachtige snavel is even lang als hoog, de spits van den bovensnavel sterk naar beneden gekromd en overhangend, daarvóór is een flauwe inkerving zichtbaar.

Haar romp is krachtig, haar kop groot, de snavel veel hooger dan breed; de bovensnavel, welks rug eerst bovenwaarts, van hier tot aan de spits gelijkmatig sterk naar beneden gebogen is, eindigt in een scherpen haak en heeft aan den zijrand geen tand of inkerving; de ondersnavel is naar onderen uitgebogen, van voren echter scheef afgeknot en hier aan iedere zijde met twee inkervingen voorzien, waardoor drie tandvormige uitsteeksels ontstaan; de zijrand is ondiep uitgesneden.