United States or Guadeloupe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijn kop is omstreeks 60 centimeters lang, de kaken bevatten over hunne geheele uitgestrektheid sterke en snijdende tanden. Evenals de rhinoceros had hij eenen grooten horen op den neus. De megalosaurus was een tweevoetig dier derzelfde afdeeling. Evenals de teratosaurus bewoonde hij de inhammen en moerassen en voedde hij zich met visschen.

Wel is waar was het landschap eentonig door zijn altijddurende woestenij, met slechts weinige lage bergen op den achtergrond en zagen wij geen enkelen olifant, leeuw, tijger, rhinoceros of ander wild gedierte, die daar toch in menigte zijn, maar wij zagen steeds meer, bij elke halte, de inboorlingen in hun natuurlijken staat, nog zeer weinig door aanraking met de blanke bevolking bedorven en zoogenaamd beschaafd.

Als voorbeeld der tegenwoordige dikhuidigen, die van tertiaire soorten schijnen te zijn afgeleid, kan men den rhinoceros noemen. Die welke in Afrika te huis behooren, verschillen in vele opzichten van die, welke in Azië leven; er is dus geen grond, om te meenen, dat de ééne soort in rechte lijn van de andere afstamt.

Dat dieren der gematigde en koude luchtstreken op dezelfde plaatsen gevonden werden als dieren, die wij gewoon zijn te beschouwen als bewoners der warme landen, behoeft ons niet meer te verwonderen, nu wij weten, dat de mammouth en de rhinoceros met door een tusschenschot gescheiden neusgaten bedekt waren met een dik kleed van wol en haren, zooals blijkt uit de in het ijs van Siberië gevonden exemplaren.

Daarbij volle maan en een heldere sterrenhemel, die het hoornvee in de weiden juist genoeg verlichtte, om ons in elke koe een olifant of een rhinoceros te doen zien.

Vooral een door Schrenk ontdekte kop van Rhinoceros Merckii is goed bewaard gebleven en levert het bewijs, dat de huid met een rood gevlekte vacht bekleed was.

Onder de rhinocerossen komt de rhinoceros tichorinus voor, zoo genoemd, omdat de beide neusgaten door een beenig tusschenschot gescheiden waren. Die rhinoceros speelde in dien tijd eenen gewichtigen rol en bijna overal vindt men zijne beenderen terug.

Laat mij begaan om hem weer tot werken in staat te krijgen. Is het niet juist zooals ik u gezegd heb?" Men zegt dat de aligator en de rhinoceros, hoewel in een kogelvormig harnas gekleed, zelfs ieder een plek hebben, waar zij kwetsbaar zijn; en woeste, roekelooze ongeloovigen en booswichten hebben doorgaans dit kwetsbare punt in eene bijgeloovige vrees.

De anthracotheriums liggen tusschen de paleotheriums, de anoplotheriums en de varkens in. Twee van die soorten zijn in het bruinkool van Cadibona bij Savona gelegen. De eerste geleek in grootte op den rhinoceros, de tweede was veel kleiner. Men vindt ze ook in den Elzas. Hunne kiezen gelijken op die der anoplotheriums; doch zij hebben scherpe hoektanden.

De anatomische kennis van dat fossiele dier dagteekent eerst van het jaar 1772, toen de natuuronderzoeker Pallas aan de oevers van eenen bijstroom der Lena een bijna volkomen lijk van het dier kon bestudeeren, dat juist uit het ijs was losgemaakt. Het lichaam van den rhinoceros tichorinus was met haren bedekt, en de huid was niet zoo ruw als die onzer Afrikaansche rhinocerossen.