United States or Nauru ? Vote for the TOP Country of the Week !


In de zeldzame jaren dat in letterlijken zin het land overvloeit van honing, staan de wedijverende honingmakers wel gelijk; maar alles saâmgenomen, goed en kwaad, vroeg en laat, verslaat toch de Engelsche zwarte bij op den duur al haar mededingsters.

Een oud versje zegt: Dit 's Delft, de derde stad, vermakelijk gelegen, Die overvloeit van volck, van neering en van zegen, Een stad, daer welvaert is, en die haar leckre bieren, Met groote menigte, door Neerland kan vertieren. De oorlogstoestanden na Karel V, de tiende penning, maar bovenal het verslechteren van het water hebben de biernijverheid van Delft te gronde gericht.

En toch, dat spreekwoord heeft 'n zin, 'n reden van bestaan. Waarlyk 't is niet zonder oorzaak niet zonder bekende oorzaak ook dat het leeft, groeit, bloeit, van aanhangers overvloeit, en vruchten draagt. Vruchten en redevoeringen!

Zonder slaap, en immer hangend Trouw hem aan, volvoert zij dit. Slechts als overvloeit zijn beker En veroorzaakt nieuwe smart, Houdt zij op en leegt hem, zeker, Sloeg op aard geen trouwer hart, Loki gilt Dan luid en wild. Zuchten slaakt hij, Vloeken braakt hij In een donderend gekrijt Wijl zijn schokken d' aarde splijt; Sidderend en bevend, De lucht zelfs bestrevend.

Zij vluchte metter ijl, van daar het morgenrood Verrijst, tot daar het licht neêrdaalt in Thetys' schoot, Voor Pluto trekken zij zoo wijd ter Hellen neder, Tot daar zij nimmermeer en keeren herwaarts weder, Zij reizen naar 't besneeuwd en 't koud behijzeld Noord, Tot daar men nimmermeer van hun vertrekken hoort, Zij laten dan den Nijl, die overvloeit van 't goede, Tot daar hun al gelijk moet drukken de arremoede: 't Weêrspannig slaafsch gedrocht, zij loopen al hun best Die ons gezond klimaat ontsteken als de pest; Zij nemen al hun vee, zij nemen al hun have, En worden op het veld een spijze voor de rave, Zij ruimen 't gansche rijk, zij loopen naar hun dood, En erven Pluto's nest voor eenen zachten schoot.

"Ons Spieker," zoo schreef T., in het Maart No. van De Tijdspiegel, jaargang 1859. "Ons Spieker van W. C. Wansleven, wien wij alleen verwijten dat hij zoo zelden als schrijver optreedt, tintelt van waarheid; de eigenaars van dat Geldersche buitentje zijn uitnemend geschetst, al verschillen ze onderling niet weinig, terwijl het geheel overvloeit van lessen voor wie ze er uit halen wil."

Met uw straffende hand en drukt ons niet altoos, Gij kent onz' zwakheid teêr, en onz' nature broos, Wij zijn toch aarde en stof, wij hebben niet te roemen, Wij zijn niet anders dan vergankelijke bloemen; Als gij het stralig licht uws aanschijns van ons wendt, Zoo zijn wij arm en zwak, vol kommer en ellend'. Ziet, hoe ons Gozen, laas! van droefheid overvloeit , Hoe ons Farao heeft geketent en geboeid , Wij zijn 't rookende vlas, wij zijn 't gekrookte riet, Een ander eenen vloek, ons zelven een verdriet!

Maar hetzij die Springader reeds vanzelf voor u opborrelt en u als overvloeit met zijn wateren, hetzij ge nog puttende zijt, om met moeite u den beker te vullen, toch is die Fontein van wateren buiten uw eigen woning nog het hoogste niet, wat God u beschikt heeft.

Gij zijt de volheid zelf, de spruitende fonteine, Die overvloeit van 't goede; o mensch! die niet en hebt Iet goeds, als tgeen gij uit dees zuiver borne schept, En zijt niet van u zelf als stof en asch onreine!

Blz. 5 Heil Tyrus!: Heil U Tyrus! Uwen Wijzen heil. Hun naam hebben zy mij in 't hart gedolven. En bij hun zee zich een tweede verworven: mijn oog dat van tranen overvloeit. Blz. 164 laisser entrevoir sa pensée: het laten doorschemeren van zijn gedachte. Blz. 168 "Absicht", die "verstimmt": bedoeling die ontstemt.