United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ons Spieker," zoo schreef T., in het Maart No. van De Tijdspiegel, jaargang 1859. "Ons Spieker van W. C. Wansleven, wien wij alleen verwijten dat hij zoo zelden als schrijver optreedt, tintelt van waarheid; de eigenaars van dat Geldersche buitentje zijn uitnemend geschetst, al verschillen ze onderling niet weinig, terwijl het geheel overvloeit van lessen voor wie ze er uit halen wil."

Jaaije maokte Geert wakker en bragt hum te bedde en hung 't allosie an een spieker boven de beddeplanke, dan kun ie 't smörgens vort zien. Dat had zien moeder met hum overlegd. Wij wassen nou alleen met oes beiden. »Berend! zee Jaaije hoe hei je 't maakt met Hindriks zwaoger en met zien vrouwe en de vief kinders?"

Ofschoon ook het uitgebrachte oordeel over Ons Spieker niet gelden kan voor het overige zevental novellen, zoozeer van elkander verschillende; waar deze ons voert naar het paleis van Galilea'a viervorst, Herodes Antipas; of gene naar Bethulië als een Judith er zegevierende binnentreedt met het hoofd van Israëls vijand; of een ander weder naar Smyrna, waar in de tweede eeuw onzer jaartelling de grijze Polycarpus als Christen blijmoedig den marteldood sterft; of ook waar die overige verhalen ons terugvoeren naar het midden dezer eeuw, en ons op aandoenlijke wijze de slachtoffers toonen van kwalijk begrepen eergevoel, van een zoogenaamd "goed huwelijk", van geloofsdwang en lagen hartstocht in 't eind; ja, ofschoon het niet te verwachten is dat de kritiek waar zoo velerlei smaak en richting haar bestuurt over al deze verhalen een oordeel zal vellen, zooals er over het genoemde juweeltje werd uitgebracht, ik geloof in waarheid dat de geachte schrijver, waar hij met een verwijt als het bovenstaande vereerd werd, zijn onderstelling met de meeste gerustheid had kunnen terughouden, evenals naar sommiger meening wellicht den geheelen brief, die het boekske tot inleiding strekt.