United States or Ukraine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van de brug af, waar ik sta, is het zonderling om te zien, die smalle wig van planken met de dunne lijnen van de reeling er om heen, en daarboven het als spinneweb zoo teer toonende takelwerk, dat licht op en neer beweegt tegen de sterrelucht; zoo smal, zoo broos, zoo fijn alles, midden door die geweldig golvende zee zijn eigen onnaspeurlijken weg houdend, recht op dien zwarten muur van rotsen aan, waartegen een enkele van die onafzienbaar lange golven het wel te pletter lijkt te kunnen slaan.

Ware voorts het geluk het sterkste, dan zou het niet zoo broos en wisselvallig zijn, als wij dagelijks kunnen waarnemen. Wanneer ge het licht het schoonste noemt, waarom dan niet, mag ik vragen, de zon als zoodanig geprezen?

Maar Ysabele, na kreet van smart, was van haar paard gegleden en toe gëijld, niets achtende dan Gwinebant, dien zij stervende meende... O, zij was zoo wit en broos als een bloem, die dadelijk vertrapt zoû worden, tusschen zoo vele woelende orsen, getrokken zwaarden, gerichte, gekruiste speren.

Zij blijft geruimen tijd onveranderd onder den invloed van heet water, zwelt na eenige uren op en wordt bij het drogen weer hard, maar tevens broos, omdat eenige lijm in het water achterblijft. De overige meeningen behoeven hier niet nader besproken te worden: alle zijn in meerdere of mindere mate vermoedens van geringe waarde.

De laatste gele boterbloem, Die bloeide tusschen 't dorrend gras, Deed mij den tijd gedenken toen Het Lente en zij nog bij mij was. Die Lente-tijd keert nimmer weer, O, Leven, wat is uw droefnis groot, Al wat zoo schoon is, is zoo teer Zoo broos, zoo wreed de Dood.

Het koninksken wipte al meteen in den rechter syringastruik. Nadat Emanuel alles verklaard had, zei ze: Mane, ge moet een priester worden, ge moet een heilige worden, zooals die velen uit het oude boek. Ze weende niet. Ze was een oud vrouwtje, heel nauw-gespannen in haar keurslijfje, heel klein en broos, met een kopje van doorzichtig porselein en oogen vol met verduldige ervaring ...

Terwijl ik peinsde over ons broos bestaan, En hoe zoo schielijk 't leven weer moet vluchten, Weende in mijn hart Amor in droefnis groot; Waardoor ik, van verbijstering ontdaan, In mijn gedachten klagelijk verzuchtte: "Ook voor mijn Vrouwe komt toch ééns de Dood."

Terwijl wiesch Jan zich de voeten, geleund tegen den kalkmuur, wrijvend met vuilige vingers over het horrelvoetje, vleeschklomp die zwaar leek te hangen aan 't broos, mager been. De schoenmaker, weer terug in het geluw gestraal van den deurpost, dat traag zich verwijdde en licht-vlakking gaf op 't bijtend gegroef der oude poortsteenen, gromde mistroostig.

"Er waren er geen," zeide Reede, "die op éénen dag met Zijn Hoogheid of met Broos Spinola te noemen waren: doch deze of gene zijner Haagsche vrienden zou hem wel een goeden raad geven. Intusschen," vervolgde hij, "een aanstaand krijgsman moet zich een rusting aanschaffen: daartoe is geld benoodigd. Ziedaar!" Hier wierp hij een beurs met pistoletten wel voorzien op de tafel.

Met stille berusting in Zijnen wil, zonder ijdele hope op een broos leven, maar doende, wat ik tegenover mijn vrouw, de kinderen en de stichtingen, waaraan ik hoopte te arbeiden, verplicht ben, ging ik op reis, in 't stil vertrouwen, dat de God der wonderen en der middelen ook dit middel nog zegenen kan. Hij doet een afgesnedene zaak op aarde. Niets is Hem te wonderlijk.