United States or Serbia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mijn moeder zou mij zeker niet toevertrouwd hebben aan een opvoeder, voor wien het levensgenot het hoogste goed is." "Gij, dochter van een philosoof," hernam Archibius hoofdschuddend, "moest beter weten wat bij Epicurus "de vreugd" beteekent, en dat begrijpt gij ook wel.

Jonge Honden moeten behandeld worden als kinderen, niet als verstokte slaven. Zonder uitzondering zijn zij gewillig en leerzaam; zeer spoedig luisteren zij naar ieder woord van hun opvoeder en begrijpen het; uit liefde spannen zij zich langer en beter in, dan uit vrees.

Dan verdroogt de levenskracht tot schoolmeesterij. Ziedaar, zelfs Willem III was een opvoeder, toen hij zich door de Willemstraat liet trekken. Zonder karton- of houtslöjd paste hij daar de zelfwerkzaamheid toe. Hij stelde die mannen in de gelegenheid, iets voor hem te doen. Iets dat ze graag deden. Iets dat hen een eer werd, een levenslange trots: »Ik heb den Koning nog voortgetrokken!"

In het gezin Holsma is de hoogere levenshouding tegenover de vlakke burgerlijkheid der Pietersens en de naïve menschelijkheid van vrouw Claus en Femke geteekend. Holsma is de ideale opvoeder en zielearts. Hij wil Wouter leeren zijn onbeteugelde fantasie, zijn vage verlangens te beheerschen en te regelen, nu hij de grens van kind en jongmensch bereikt heeft.

Door deze kracht gesterkt, zal de nog gebrekkige maatschappij meer rijpen voor hare bestemming, en zullen alle van lieverlede toegenomene staatkundige en burgerlijke voorregten, welke wij dankbaar erkennen en verstandig genieten zullen, onder den zegen en het welbehagen van den grooten Opvoeder van het menschelijk geslacht, middelen worden, om ons geluk voor tijd en toekomst te verhoogen.

Na 't gebed beklom hij den kansel, en sprak uit 't lied van Mozes, Exodus 15: 1-6. De grondgedachte van zijn prediking was: de oorlog is een groote verwoester, de oorlog is ook een groote opvoeder. Hij is een groote verwoester. Tot duren prijs heeft Duitschland zijn vrijheid heroverd. Honderd zestig duizend lijken dekten aan den laatsten avond van den veldslag den bodem.

Chiron, Cheiron, zoon van Cronus en Philyra, de voortreffelijkste der Centauren, uitmuntend door wijsheid, rechtvaardigheid en kennis. Hij was door Apollo en Artemis onderwezen en werd op zijne beurt de leermeester en opvoeder van vele jonge helden, zooals Iason, Theseus, Castor en Pollux, Achilles, e. a.; zelfs Asclepius had van hem de geneeskunst geleerd.

Een man, wiens heele persoonlijkheid een uitnoodiging is van zúlk een kracht en van zúlk een aard, nu, dat is een geboren opvoeder, al is hij maar een zondagsschoolmeneer en van zijn vak koekbakker. Want dat was hij. Is het niet eigenaardig, dat ik zijn vak wist, en dat van zijn medewerker niet? Dat is voor mij een bewijs, hoeveel dichter hij bij de kinderen stond.

De lezer zal het ons zeker ten goede houden, dat wij hem in dit stille doodsvertrek niet de woorden van den man doen hooren, die de helaas onstrafbare moordenaar van het hem toevertrouwde kind was geworden. Neen, wij laten Joost Van Meerle niet spreken in de tegenwoordigheid van Willems stoffelijk overschot. Gij zijt gelukkig, koud lijk! dat ge uw voormaligen opvoeder evenmin zult hooren.

Van de feestpret wil ik hier niet vertellen, die is nu niet aan de orde, maar ik moet toch even een woord zeggen ter verdediging van mijn Moeder, tegenover de officieele paedagogiek. Die paedagogiek wou me later doen gelooven, dat een opvoeder konsekwent moet zijn.