United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onderweg zag hij in een gang der straat Mouffetard de doodkist van een kind, met een zwart laken overdekt, op drie stoelen en door een kaars verlicht. De beide meisjes van de schemering kwamen hem weder in 't geheugen. "Arme moeders! dacht hij! Er is iets nog treuriger dan zijn kinderen te zien sterven; namelijk ze slecht te zien leven."

Marius spoedde zich in die richting. Aan den hoek van den boulevard gekomen, zag hij de huurkoets weder, die in snellen draf de straat Mouffetard doorreed; 't rijtuig was reeds ver, en geen middel het in te halen. 't Was niet mogelijk zoo hard te loopen, en bovendien zou men uit het rijtuig zekerlijk iemand hebben opgemerkt, die het uit alle macht naliep, en de vader zou hem herkennen.

Voor het overige zal ik een middagmaal gereed maken." "Verduiveld, neen." "Waarom?" "Geef het vijffrancstuk niet geheel uit." "Waarom?" "Wijl ik iets voor mij moet koopen." "Wat?" "Iets." "Hoeveel hebt ge noodig?" "Is hier in de buurt een ijzerwinkel?" "In de straat Mouffetard." "Ha, ja! op den hoek eener straat, ik herinner mij." "Zeg mij hoeveel ge noodig hebt."

Hij ging uit de straat Mouffetard, en Marius zag hem in een der afschuwelijkste woningen der straat Gracieuse binnentreden, waar hij omstreeks een kwartier uurs bleef, toen keerde hij naar de straat Mouffetard terug.

Toen men mij vertelde, dat hij in de gevangenis zat, heb ik niet gevraagd voor hoelang? misschien is hij dus weer op vrije voeten en zit hij weder in de rue Lourcine. In de rue Mouffetard moeten wij Barberin zoeken, dus in dezelfde wijk waarin Garofoli woont, in de onmiddellijke nabijheid van zijne woning. Wat zal er gebeuren als hij ons eens toevallig tegenkwam?

Toen ik op een bordje den naam van de straat Mouffetard las, kwamen tal van herinneringen bij mij op: Garofoli, Mattia, Riccardo, de knaap met zijn marmotjes, de zweep en Vitalis, mijn goede meester, die gestorven was, omdat hij mij niet verhuurd had aan den padrone in de straat Lourcine; ik meende zelfs bij den ingang van de naburige kerk in een knaap Mattia te herkennen: hij had hetzelfde groote hoofd, dezelfde starende oogen en sprekende trekken, kortom, zijn gansche voorkomen deed mij aan hem denken; maar zonderling, hij was in dien tusschentijd niet gegroeid.

Wij waren beiden zoo aangedaan, of wij elkaar nooit meer zouden terugzien en terwijl Mattia en Capi den kant gingen van den Plantentuin, sloeg ik de richting in van de rue Mouffetard, die niet ver verwijderd was. Dit was voor de eerste maal in de laatste zes maanden, dat ik nu alleen kwam zonder Mattia en Capi bij mij, en nog wel in dat groote Parijs. Dit greep mij nog sterker aan.

Eenige oogenblikken later, tegen drie uren, ging Courfeyrac toevallig door de straat Mouffetard in gezelschap van Bossuet. De sneeuw viel sterker dan vroeger en bedekte den weg. Bossuet zeide tot Courfeyrac: "Bij het zien van al deze sneeuwvlokken zou men zeggen, dat er in den hemel een pest onder de witte vlinders heerschte."

"Bossuet!" riep Courfeyrac, "Arend van Meaux, ge zijt soms vreeselijk dwaas. Een man na te loopen, die een man naloopt!" Zij keerden om. Marius had inderdaad Jondrette de straat Mouffetard zien doorgaan, en sloeg hem gade. Jondrette ging voor hem, zonder te vermoeden dat reeds een blik op hem gevestigd was.

Jean Valjean maakte verschillende doolhof-kronkelingen in de wijk Mouffetard, waar alles reeds sliep, alsof de verordeningen der middeneeuwen en 't gebod van vuur en licht uit te dooven, nog bestaan hadden. Met schrander berekenend overleg doorliep hij verscheidene straten, maar trad geen der zich daar bevindende logementen binnen, wijl zij hem niet geschikt voorkwamen.