United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Kom, vooruit Riccardo! Deze hief de zweep op en de riem viel weder op den rug van den ongelukkige. Moeder! moeder! riep deze. Gelukkig behoefde ik niet langer van dit tooneel getuige te zijn, want de deur ging open en Vitalis trad binnen.

Gij weet, Riccardo, dat ik niet naar je omzie; want ik kan niet tegen zulke bestraffingen; maar ik hoor ze wel, en daaruit kan ik zeer goed opmaken, met hoeveel kracht je ze geeft: doe het maar met hart en ziel, mijn jongen, je werkt voor je brood. En hij ging met zijn gelaat naar het vuur staan, alsof hij onmogelijk deze tuchtiging zien kon.

Ik zat in een hoekje te sidderen van verontwaardiging en angst. Deze man zou mijn meester worden; als ik de twintig of dertig stuivers, die hij van mij eischen kon, niet ophaalde, zou ik Riccardo ook mijn rug moeten aanbieden. O, ik begreep toen, waarom Mattia zoo kalm en met eenig verlangen over zijn dood spreken kon. Toen ik den eersten zweepslag hoorde, sprongen de tranen mij in de oogen.

Hij nam eene andere lucifer, die hij weder aanstak en na ze even te hebben laten branden zijn meester aanbood. Maar deze nam ze niet aan: Jij niet, domkop, zeide hij, terwijl hij hem van zich afstiet. Daarop wendde hij zich met een glimlach, hetgeen zeker een bewijs van zijn gunst was, tot een anderen knaap: Riccardo, beste jongen, geef mij eens een lucifer.

Met een oogopslag begreep hij de kreten, die hij op de trap gehoord had; hij snelde naar Riccardo toe en rukte hem de zweep uit de handen; daarop keerde hij zich tot Garofoli en zag hem ernstig aan, terwijl hij zijn armen over de borst kruiste.

Dan zijn het twee stuivers? Ik heb nooit zoo'n jongen gezien. Ik kan het niet helpen. Geen onzin; gij kent onze wetten: maak uw kiel los; twee slagen voor gisteren en twee voor vandaag; en bovendien krijgt gij voor uw schandelijke onbeschaamdheid vanmiddag geen aardappelen. Riccardo, beste jongen, gij hebt door zoo goed op te passen, wel eene belooning verdiend; haal de riem.

Gelooft gij niet, dat ge beter deedt, wanneer gij schijnbaar huilend uw hand uitsteekt, dan wanneer gij in ernst huilt en me den rug toekeert? Kom, trek uw jassen uit! Riccardo stond met zijn zweep in de hand, en de vijf schuldigen om hem geschaard.

Riccardo was de knaap, die de goede lucifer gegeven had; hij nam van den muur een karwats met een kort handvatsel, en dat uit twee lederen riemen met dikke knoopen bestond. In dien tusschentijd knoopte de schuldige zijn kiel los en liet zijn hemd tot aan zijn middel toe zakken.

Toen ik op een bordje den naam van de straat Mouffetard las, kwamen tal van herinneringen bij mij op: Garofoli, Mattia, Riccardo, de knaap met zijn marmotjes, de zweep en Vitalis, mijn goede meester, die gestorven was, omdat hij mij niet verhuurd had aan den padrone in de straat Lourcine; ik meende zelfs bij den ingang van de naburige kerk in een knaap Mattia te herkennen: hij had hetzelfde groote hoofd, dezelfde starende oogen en sprekende trekken, kortom, zijn gansche voorkomen deed mij aan hem denken; maar zonderling, hij was in dien tusschentijd niet gegroeid.

Wacht even, zeide Garofoli met een boozen lach, gij zijt misschien de eenige niet en het is altijd prettig om gezelschap te hebben; bovendien is Riccardo er dan met één keer af. De kinderen stonden onbeweeglijk voor hun meester; deze wreede spotternij perste hun allen een gedwongen lachen af. Ik ben er zeker van, vervolgde Garofoli, dat hij, die het hardst lacht, de meeste stuivers te kort komt.