United States or Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


PROTEUS. Wees kalm, wees kalm, mijn lieve Julia! JULIA. Ik moet, ik kan er niets aan doen. PROTEUS. Zoodra 't mij moog'lijk is, keer ik terug. JULIA. Is ommekeer u vreemd, te vroeger keert gij. Hier, neem, en blijf uw Julia steeds gedenken. PROTEUS. Dank! maar in ruil, neem dit, en leef in hoop. JULIA. En zegel met een heil'gen kus den koop.

TITUS. Welk boek is 't, Lucius, dat zij daar zoo aanstoot? JONGE LUCIUS. Ovidius is 't, het boek Metamorphosen, Dat mij mijn moeder schonk. MARCUS. Uit de andre zoekt zij Dit moog'lijk uit, ter liefde van de doode. TITUS. Stil, zie, wat bladert zij er haastig in! Help haar! Wat zoekt gij? Moet ik 't lezen, kind?

LUCIANA. Een koopman heeft hem moog'lijk uitgenoodigd, Zoodat hij van de markt ter maaltijd ging. Laat ons gaan eten, zusje; wees niet boos; De man is van zijn doen en laten baas; Hem is de tijd de baas; hij ziet: 't is tijd; En gaat of komt; dus zusjelief, wees kalm. ADRIANA. Wat is 't, dat hem die meerd're vrijheid geeft? LUCIANA. 't Is dat hij buitenshuis zijn zaken heeft.

ADRIANA. Zoo streng als mij de zedigheid maar toeliet. ABDIS. Als gij alleen waart? ADRIANA. Ook wel in gezelschap. ABDIS. Maar moog'lijk niet genoeg. ADRIANA. O, wel genoeg; nooit sprak ik van iets anders; In bed, geen slaap ooit, want ik wees er op; Alleen met hem, was dit mijn onderwerp; En waren we onder menschen, 'k doelde er op; "'t Was laag en slecht", ziedaar mijn gansch gesprek.

Ja, goed; de hemel moet ons smeeken hooren, Of wij ontglanzen 't hemelwelf met zuchten En dooven 't licht der zon met damp als wolken, Die soms haar hullen in haar vochten schoot. MARCUS. O broeder, spreek toch van wat moog'lijk is, En barst niet uit in maatloos diepe klachten! TITUS. Is dan mijn leed niet diep en bodemloos? Zoo bodemloos moge ook mijn jamm'ren zijn.

FLINK. Ik sta u borg, zoo is het, en niet anders; Gij schreeft wel vaak aan haar een brief, maar zij, uit zedigheid, Of moog'lijk wel uit tijdsgebrek, gaf zelf u geen bescheid; Of, bang, dat, zoo ze een bode nam, er niets geheim zou blijven, Heeft zij recht slim haar lief geleerd, haar liefste een brief te schrijven. Ik praat daar als een boek, want ik heb dit uit een boek.

ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Ja doe dat, goed. Die grap wordt wel wat duur. Binnenplein in het huis van Antipholus van Ephesus. Luciana en Antipholus van Syracuse komen op. LUCIANA. Antipholus, is 't moog'lijk? Gij verzaakt Uw plicht van echtgenoot? wat worm ontstal Uw jonge liefdebloem het hart? hoe raakt Uw jong geluk, bij de' opbouw, in verval?

Met zulke berekeningen laat Shakespeare zich echter niet in; hij rekent veeleer op zijn kunst, van den toeschouwer te betooveren, zoodat deze niets anders meer ziet, dan hij verlangt, en het onmoog'lijkste moog'lijk acht. En dat hij inderdaad hierin slaagt, wie zal het loochenen?