United States or Saint Pierre and Miquelon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Noorsche rendierjagers, die zich door de te vroeg verschuivende ijsvelden in October 1895 den terugweg zagen afgesneden, hebben in die hut gewoond en rusten in die graven. En ten slotte zagen wij, aan de overzijde van onbegaanbare ijsvlakten, de Virgo-baai, vanwaar de ongelukkige André zijn reis begon, toen hij in zijn luchtschip den weg zocht naar de Noordpool.

Doch de mannen, die het regt zouden hebben dergelijke verzuchtingen te slaken, vormen eene uitzondering op den regel; en André was zulk eene uitzondering niet. Hij behoorde veeleer tot de klasse dergenen, die eene vrouw als Emma onwaardig zijn en aan wie eene liefde als de hare verspild is.

Bernard merkte nu, dat hij toch wel veel van André hield en hij wilde zich daar nu niet dadelijk rekenschap van gaan vragen, hij gaf zich willig over toen hij hoorde dat de toon van zijn stem een weerklank vond in dien van zijn vrind.

Hij kende André nog te weinig om een bepaald oordeel over hem te hebben; doch zooveel vaster dan de meeste jongelieden van zijnen leeftijd, meende hij, stond deze vaudeville-held, gelijk hij hem noemde, niet in zijne schoenen, dat hij aarzelen moest hem de legende der medaljons op te disschen.

André Le Braz heeft niet veel moeite gehad, om den geringen grond voor die veronderstellingen aan te toonen, en ik ga de zaak niet opnieuw onderzoeken uit historisch oogpunt. Ik kan alleen vertellen, wat ik van hoorenzeggen heb. Buitendien schijnt de natuur erop te wijzen, dat hier nooit zulk een groote stad heeft kunnen verrijzen en standhouden.

Ze vulden aan weerzij het moddrig gekei van de gracht, stommelend sjokkend, donker-lichaam-gekriel en hoofdenbeweeg langs de dreigende druiling der huizen. Ze kwamen aan van de brug, van de eene gracht naar de andre, klissend in broeirige hoopen die plomp mekander doorzeefden en weer sloten aaneen.

"Ik dank u voor uwe belangstelling, mijnheer André, maar het is niet over mij dat ik kom spreken. Mijne positie is geheel en al het gevolg van mijne eigen keus, en ik twijfel of gij met den besten wil daarin eenige verandering zoudt kunnen brengen.

In een anti-chambre van het paleis zag ik op een zekeren dag onder de menigte don Gaston de Collogos, den staatsgevangene, dien ik had achtergelaten in den toren van Ségovia. Hij was met den slotbewaarder, don André de Tordésillas. Wij waren zeer verwonderd elkaar daar te ontmoeten en hadden elkaar zooveel te vertellen, dat don Gaston ons voorstelde hem naar huis te vergezellen.

Hij herinnerde zich hoe minzaam de heer Van Berenvelt toen eene poos met hem sprak, maar hij had er nimmer aan gedacht, dat hem de eer eener uitnoodiging bij den secretaris-generaal zou ten deel vallen. Terwijl hij de deur nadert, wordt deze geopend. Een hoofdambtenaar, aan wien André eenige weken geleden vluchtig was voorgesteld, treedt binnen.

Mag ik er staat op maken, mijnheer Kortenaer, dat gij mijne uitnoodiging niet versmaden zult?" "Zoo zeer, dokter," antwoordde André, "dat gij mij misschien reeds morgen aan den dag te uwent zult zien verschijnen."