United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijnerzijds gaat RUYSBROECK soms te voet, al viel het hem moeilijk, naar bevriende kloosters, waar men aanstoot had genomen aan eenig geschrift van zijne hand en voorlichting van hem begeerde. De Karthuizer-broeder GERAERT, die hem bij zulk eene gelegenheid heeft gezien en gesproken, weet ons te vertellen "van sinen ripen ende bliden aensiene, van sinen goedertieren ende oetmoedighen spreken."

En opdat Barbemuche zijn vrienden niet te veel aanstoot zou geven, gaf Colline hem in ruwe trekken een moreel portret van ieder der bohémiens. "Tracht nu met ieder afzonderlijk op goeden voet te komen, dan zullen zij ten slotte allemaal voor uw toelating stemmen." Carolus stemde in alles toe. Kort daarop verschenen de drie vrienden met hun respectievelijke "vrouwen".

Dezen avond ten minste zou de regtzinnige Musulman er niets bijzonders hebben opgemerkt, hoewel hij zeker nieuwen aanstoot aan de gesprekken zou hebben genomen die er worden gevoerd, ten minste.... indien hij in staat ware geweest ze geheel te volgen. Feizi, Aboel Fazl en de vóór eenigen tijd uit het Noorden teruggekeerde Brahmaan Koelloeka waren daar met den Keizer bijeen.

Immers ook in Duitschland waren vooral onder de geestelijkheid velen, wien zijne leer aanstoot gaf omdat zij haar in strijd achtten met de leer der Kerk. Meer dan eens heeft hij dan ook terecht moeten staan voor de Inquisiteurs en al heeft hij zich kunnen vrijpleiten, zoo blijkt toch wel dat zijne leer naar den mutsaard rook.

En zóó is die beschrijving pasklaar gemaakt om geen aanstoot te geven.

Terwijl wij deze levende galerij beschouwen, niet zonder eenigen aanstoot te geven aan onzen ouden custode der etrurische sarkophagen, zagen wij, aan het boveneinde der straat, een optocht naderen.

Er was iets van dat gevoel in den blik dien de oude heer Kortenaer, wanneer hij het hoofd omwendde, liet rusten op het portret van Reinier; doch die blik was in zijnen weemoed tegelijk zoo zachtzinnig, dat niemand er aanstoot aan nemen kon. Het gesprek tusschen de twee vaders vlotte niet.

Door de steenen gevoelloosheid van deze lieden getroffen, snelt Tolstoi naar den muzikant en noodigt hem uit in het hôtel eene flesch wijn te komen drinken. Zijne tartende houding gaf aanstoot, maar dat wil hij juist; hij wil de zelfgenoegzaamheid der rijken kwetsen, wil zijn misnoegen over hunne gevoelloosheid laten blijken.

Nu, dat kermishouden kan bezwaarlijk iemand aanstoot geven: langs de beide zijden van eene belommerde, tamelijk smalle gracht staan kramen, waarin snuisterijen, speelgoed, koek en dergelijke artikelen worden verkocht, en waarlangs de menigte heen en weder drentelt.

Je kent haar toch? Eene meid om eenen paal mee in den grond te slaan. Oók trotsch, jawel! Een juffertje, dat er uitziet als zij, heeft natuurlijk wel eens aanstoot van de heertjes. Dat kan niet anders; bloed is geen karnemelk, en wij zijn allemaal jong geweest; maar ik beloof je dat zij de snuiters die haar te na komen op de kneukels weet te tikken!