United States or Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar zwoegen ossen voor hun zware vracht, Ginds lijmt de bij haar zoete raten dicht, En kraait een haan zijn liedje van victorie: ’t Juicht alles in ’t bestaan, en heeft den plicht Van vroolijk-zijn nog nooit zoo blij betracht.... En ’t ontevreden stadskind droomt van glorie?

«Nu kraait de haanzei de oude elf, die het huishouden waarnam. «Nu moeten wij de luiken sluiten, opdat de zon ons niet verbrandeEn nu sloot de heuvel zich. Maar buiten liepen de hagedissen in den gebarsten boom op en neer, en de eene zei tegen de andere: «O! wat is die Noorweegsche oude kobold mij uitmuntend bevallen!» «Mij bevallen de jongens beterzei de regenworm.

Het bracht geluk, al gaven de vogels wel wat last, zoo juist boven het terras, want zij lieten wel wat vallen. Marieken kreeg zin in duiven en Madame in kippen. Duiven waren zoo'n dichterlijke beestjes, al beweerde vader dat het stomme dieren waren! Kippen legden eieren, beweerde Madame, al kraait een haan ook vroeg de menschen wakker, maar de hond wekte hen ook vroeg genoeg.

«Daar binnen is iets aan 't handjezei een andere hagedis. «Zij laten den heuvel, totdat 's morgens de haan kraait, op vier roode palen staan; hij wordt goed gelucht; en de elfenmeisjes hebben nieuwe dansen geleerd. Daar is iets aan 't handje

Vriendelyke verzoeken, om, zo ik niets verzuimde, nog wat te vertoeven, aanhouding van myne Dochter, om nog wat te blyven, wyl zy zich niet kon verzadigen in het kyken en gluren naar kistjes en doosjes, en kassen, vol heerlyke Beuzelingen: alles werdt bekeken, geadmireert; met één woord, verbeeldt u een klein meisje, dat met Moeder voor 't eerst eens voor een poppenkraam, of daar men speelgoed verkoopt, gebragt wordt; dat zyn oogjes wyd open doet, beide de vuistjes uitsteekt, en roept en kraait, en hippelt, en alles wil hebben; dan hebt gy een natuurlyk afbeeldzel van Lotje.

As wij drie willen, kunnen we hier vandaan de menschen bij hoopen plunderen geen haan die 'r na kraait. Alle donders, de gemeenste Italiaansche bandiet legt 't tegen òns af. Wij hebben vrij rooven, moorden, schaken...." "Piet hou op met je ènge praat!", verzocht mevrouw. Even kloven ze in stilte, ongegeneerd als natuurmenschen.

Het is één uur na den middag; ergens ver weg, op een weiland buiten het fort, kraait een haan. Langs de kleine vensters gaat een schaduw, en voetstappen schuiven zwaar door het grint; dan klinkt een jolige stem, en een deur slaat dicht. Het is weer stil. De kameraden snurken. Over een half uur zal een schetterend trompet-signaal ze tot het leven terugroepen, of liever tot den dienst, de actie.

Pardon, monsieur, vraagt een van mijn dames aan een man die juist langs komt, pourriez-vous me dire habite monsieur Rostand? Goeie morgen, 't is of mijn dame Turksch sprak; de man haalt zijn schouders op, begrijpt geen steek. Heusch, het is zoo, hoor maar, daar kraait een haan: Chantecler! herhaal ik ongestoord. Mijn dames gunnen mij zelfs geen blik meer. Zij beschouwen mij als een láág wezen.

Men zegt vrij algemeen en men kraait het elkander na, dat onze voorvaderen ons land hebben vrijgevochten; doch de door hen betoonde dapperheid en volharding heeft zich meer bepaald tot het verdedigen van eigen Haardsteden, gelijk te Leiden, Haarlem en Alkmaar het geval was, dan tot het wezenlijk oorlogvoeren.

"Erotice!" hernam de Raadsheer: "wat rammel je? ik heb er niets verliefds in gezien: kort en goed: dit kan ik je zeggen: overmorgen wordt je sententie gelezen: voor je leven naar Loevestein, zoo ik iets in te brengen heb: daar zal je mores leeren: onze haan kraait koning! wij zijn 't vet, wij drijven boven." "Dan zijt gijlieden 't schuim," viel de gevangene in, "dat drijft boven 't vet."