United States or Grenada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mevrouw Dorbeen daarentegen was een rammel, trotsch op haar mevrouwschap, haar muts en haar echtgenoot. Ik had van haar hooren spreken als van iemand die heel mooi een vers opzei, dat ik wel geloofde, daar zij sterk brouwde, en zeer rollende bruine oogen bezat. De manszuster van mejuffrouw Van Naslaan heette Mietje, en was volstrekt niets dan een goed mensch.

Wij kregen ieder eene slechte aanteekening en mochten geen beurt meer hebben. Toen het uur om was zei ik tegen Jacques: "Dat is jouw schuld, dat wij een slechte aanteekening gekregen hebben. Als je dat nog eens doet zal ik de waarheid zeggen en...." "Dan krijg je van Henri een pak rammel, reken er op!" zei Jacques. "Ik bedank voor zoo'n vriendschap!"

"Je bent niet bang voor dat wapentuig daar in den hoek?" zei de heer Kegge, naar een paar indiaansche bogen en een dozijn wie weet hoe vergiftige pijlen wijzende. "Hier is de schel; als je wat noodig hebt, dan rammel je maar dat het huis dreunt."

"Erotice!" hernam de Raadsheer: "wat rammel je? ik heb er niets verliefds in gezien: kort en goed: dit kan ik je zeggen: overmorgen wordt je sententie gelezen: voor je leven naar Loevestein, zoo ik iets in te brengen heb: daar zal je mores leeren: onze haan kraait koning! wij zijn 't vet, wij drijven boven." "Dan zijt gijlieden 't schuim," viel de gevangene in, "dat drijft boven 't vet."

Maar wij, wat vinden wij dan? Gisteren hebben wij het laatste buffelvleesch opgegeten, en van morgen de beenderen afgekloven. Maar sedert hebben wij geen musch of eenig ander wild onder schot gehad; ik rammel dus van den honger, en als ik niet spoedig wat krijg, ga ik bepaald dood!" "Wees maar gerust! Ik zal u wel een stukje vleesch bezorgen." "Ja, maar wat voor een stukje?

Dat heeft hij immers gestuurd voor zwakke en zieke menschen. Haal van dien ouden Hochheimer van het vat aan de linkerhand!" "Maar durft UEd. daar wel van te drinken? Ik dacht...." "Gij dacht als een gek! En breng toch wat ontbijt: ik rammel van den honger." "Ik zal zien wat er is," hernam Bouke, altijd even stemmig van wezen: "belieft UEd. een paar sneden wittebrood en een hoendervlerk?"