United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij de welgestelde burgerij en den kleinen adel stoppen de ouders van een bruidspaar geld in de kousen hunner kinderen als een cadeautje voor de andere partij, waarbij dan stilzwijgend wordt aangenomen, dat de jonggetrouwden elkander de kousen uittrekken als teeken van sexueele overgave en bezitneming."

Maar hij wist heel goed, hij herinnerde zich nog wel deugdelijk uit de eerste jaren van zijn eigen huwelijk, met wat een scheele oogen jonggetrouwden aanzien, dat een derde zich in hun intieme leven mengt en dat hij een tijdperk van ondragelijke eenzaamheid tegemoet ging, daar twijfelde hij geen oogenblik aan, en deze gedachte maakte hem stil.

Uit de gebeurtenissen van Shakespeare's tijd behoeft hier alleen het een en ander aangestipt te worden, wat hem ongetwijfeld diep gegriefd heeft. Dat er omgang bestond tusschen tooneelspelers en jonge edellieden, die de vertooningen bijwoonden en op het tooneel hun zitplaats hadden, is reeds vermeld; dat Shakespeare in den graaf van Southampton een begunstiger gevonden had en dat deze de opdracht van zijn Venus en Adonis en zijn Lucretia had aangenomen, is mede reeds gebleken. Men mag vermoeden, dat er tusschen den edelman en den begaafden tooneeldichter inderdaad een vriendschappelijke omgang heeft plaats gevonden, en dat Shakespeare belangrijke geschenken van hem ontvangen heeft. Hoe moet het hem dus gegriefd hebben, dat Koningin Elizabeth, toen Southampton in Augustus 1598 tegen haar verbod in met Elizabeth Vernon, een nicht van Graaf Essex, huwde, den jonggetrouwden man de wittebroodsweken in den Tower liet doorbrengen en hem wel weder vrijliet, maar niet weder in genade aannam. Het werd hem ook niet vergund, hoewel hij zich vroeger bij een zeegevecht zeer onderscheiden en een vijandelijk schip buitgemaakt had, deel uit te maken van den krijgstocht, die onder bevel van Essex in Maart 1599 tot demping van een opstand in Ierland werd ondernomen. Men had van dezen tocht, waarop Shakespeare in den proloog voor het 5de bedrijf van zijn Koning Hendrik

In optocht reed het bruidspaar, voorafgegaan en gevolgd door Inlandsche hoofden te voet, naar 't huis, waar de vader van den bruidegom logeerde. Dagen, weken na de bruiloft, heeten de jonggetrouwden nog bruid en bruidegom; en de bruid doorgaans zoolang tot zij mama is geworden. De dagen na de bruiloft werden besteed met visites maken, bij Europeanen en Inlanders.

Mevrouw Boeykens had toegestemd; de nieuwe dienstboden bleken te voldoen. De Zoutkeet nabij de Rozenstraat werd overgenomen door de jonggetrouwden, die zich mochten verheugen in de klandizie van het notarishuis. Een mooi stuivertje won Snepvangers als getuige, met onder allerlei akten zijn naam te zetten.

Het is bij hen het gebruik, dat jonggetrouwden in de drie eerste dagen van hun samenzijn, het huis niet uit mogen. Nu zouden de ouders, die maar kort hier bleven, de jonggetrouwden graag bij ons brengen; maar hoe kon het, de vereischte drie dagen zouden dan nog niet verstreken zijn.

Zij zou zoo graag gezegd hebben: "Is dat niet mooi? En dat dan? En dat daar?" Maar er was iets, dat haar terughield. Aan tafel had hij op de gezondheid van de jonggetrouwden gedronken en had hij haar met zijn ouden glimlach eens toegeknikt en toen had zij plotseling tranen in haar oogen gekregen en zich diep over haar bord moeten heenbuigen, opdat niemand ze zien zou.

En mijn vader Fauchelevent wil, dat ik hem mijnheer Jean noeme, en hem in een ouden, leelijken, beschimmelden kelder ontvange, welks muren een baard dragen, en waar in plaats van kristal ledige flesschen, en in plaats van gordijnen spinnewebben zijn. 't Is waar, ge zijt zonderling. 't Is uw manier. Maar men houdt zich een weinig in, ter liefde voor jonggetrouwden.

Maar nu niets van dat alles meer. Nu was zij niet alleen heelemaal vrouw, een jonge en gepozeerde vrouw tegelijk, maar nu waren ze, zoo dacht zij, nog meer éen samen, zij hoorde nog veel meer dan vroeger, ook voor de menschen, onafscheidelijk bij mekaâr. Zij waren niet meer jonggetrouwden, neen, hij was de vader, zij was de moeder.

Men verwachtte namelijk met den avondtrein Stipan Arkadiewitsch, en de oude vorst had geschreven, dat hij misschien mede zou komen. "En waarom?" ging de oude dame voort. "Hij zegt, dat men jonggetrouwden aan zich zelf moet overlaten." "Papa heeft ons reeds genoeg alleen gelaten; hij is nog nooit hier geweest," zeide Kitty. "En welk een jong echtpaar zijn wij? We zijn reeds oud genoeg."