United States or Democratic Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar zoo de dood, die voorspeld was, een ander werd aangedaan, zou de zijne dan niet afgewend worden? Indien Jaokanann wezenlijk Elias was, kon hij zelf er zich aan onttrekken, zoo niet dan beduidde de moord niet veel! Mannaeï stond naast hem en begreep zijn bedoeling. Vitellius riep hem terug om hem het wachtwoord te geven, daar er soldaten bij het kerkerhol stonden opgesteld.

Het was een verademing: binnen een oogenblik zou alles gedaan zijn. Maar het werk ging Mannaeï niet vlug van de hand. Ontdaan kwam hij weer binnen. Sinds veertig jaar oefende hij het beuls-bedrijf uit. Hij was het die Aristobulos verdronken had, Alexander gewurgd, Matathias levend verbrand, die Zosima, Pappus, Josephus en Antipater onthoofd had; en Jaokanann durfde hij niet dooden!

En na een diepe ademhaling vroeg Antipas berichten over Jaokanann, denzelfden dien de Latijnen Sint Joannes den Dooper noemen. Had men de twee mannen nog weergezien, die men uit welwillendheid verleden maand had toegelaten in zijn kerker? en wist men nu ten laatste, waartoe ze gekomen waren?

Geen mogelijkheid hem te ontvluchten, de raderen van mijn wagen waren tot de assen in het zand gezonken; en langzaam ging ik heen, me beschuttend met mijn mantel, verbijsterd door zijn hoon, die op me viel als een stortvlaag." Zij kon niet verder leven, zoolang Jaokanann bestond.

Vitellius werd te goed bewaakt. Jaokanann zou men niet ter dood brengen. "Aldus ben ik het zelf!" dacht de Viervorst. Zouden de Arabieren misschien weerkeeren? De Proconsul zou zijn betrekkingen met de Parthen kunnen ontdekken! Of sluipmoordenaars uit Jeruzalem waren wellicht met de priesters meegekomen; ze droegen dolken onder hun kleeren; de Viervorst twijfelde niet aan Phanuels kunde.

Aangetrokken door een macht sterker dan zij-zelve, drong ze door de menigte heen, en voorovergebogen, met de hand op Mannaeï's schouder, luisterde ze toe. De stem verhief zich: "Vloek over u, Farizeërs en Sadduceërs, gij, adderengebroed, gezwollen wijnzakken, holklinkende cymbalen!" Men had Jaokanann herkend. Zijn naam ging van mond tot mond. Vele anderen kwamen toeloopen.

Ge komt zeker voor Jaokanann?" "En voor U! ik moet U iets gewichtigs mededeelen." En, zonder Antipas meer te verlaten, drong hij achter hem aan een duisterig vertrek binnen. Het licht viel door tralies, die, onder de kroonlijst, den geheelen lengtekant innamen. De muren waren beschilderd in granaat-tint, op zwart af.

Zonder die bevelen ontvangen te hebben, had Mannaëi ze toch steeds uitgevoerd, want Jaokanann was een Jood, en, zooals alle Samaritanen, verfoeide hij de Joden. Hun tempel van Garizim door Mozes als hart en middelpunt van Israël aangewezen, bestond niet meer sinds koning Hyrcan, en die van Jeruzalem deed hen, als een blijvend en hoonend onrecht, in wrok en woede leven.

In het uur van zonsopgang, kwamen de twee mannen, die laatst door Jaokanann uitgezonden waren, met het lang verhoopte antwoord. Ze vertrouwden het Phanuel toe, die het in zielsvervoering aanhoorde. Toen toonde hij hun het gruwelijk voorwerp op den schotel, tusschen de resten van het feestmaal. Een der mannen zeide: "Troost u! Hij is nedergedaald tot de dooden, om Christus te verkondigen!"

"Strek u uit in het stof, dochter van Babylon! Laat koren tot meel malen! Maak uw schoenen los, schort uw kleeren op, en doorwaad de stroomen! uw smaad zal aan den dag komen! uw snikken zullen u de tanden verbrijzelen. De Eeuwige verafschuwt de walg uwer misdaden! Vervloekte! vervloekte! Kom om als een hond!" Het luik viel toe, het deksel sloot zich. Manaeï zou Jaokanann willen verworgen.