United States or Vatican City ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ten tijde dat Philips haar tot regentes der Nederlanden benoemde, was zij eene vrouw van 37 jaar. Zij stond bekend als eene vrouw van groote kunde, moed en geestkracht; maar men wist bovendien, dat zij een innigen afschuw had van de ketters, dat zij eene leerlinge van Loyola was geweest, dat de bloedplakaten haars vaders in haar oog de voortreflijkste van alle wetten waren.

Want nu begrepen allen het gebeurde: door een tot dusver onverklaarde oorzaak was De Vogel, met al wat er zich op bevond, in de lucht gevlogen en daarmee al het werk vernietigd, waaraan La sedert jaren onbaatzuchtig zijn leven, zijn kunde en zijn fortuin gegeven had. De Vogel-bewoners waren geen menschen die luide aan hun emoties lucht gaven; ook nu wisten ze hun ontroering te verbergen.

Immers, deze term beduidt het weten, de wijsheid des volks, de mondeling voortgeplante volksoverlevering, en niet de kunde van en aangaande het volk. Naam en wetenschap vonden bijval en ingang, en in 1877 werd te Londen de Folk-Lore Society opgericht, die zich thans in een zoo reusachtige uitgebreidheid verheugt.

Och néë, we't het nie meer? Daar komtd'en betooverd kornijn in, diën brief op diën tore' draegt, aen de Princers van Améreka. Kunde gij het nie, Balte? BALTE. Ik kan ekik alles!

Faust moest dus niet een prooi worden van den duivel, doch leven zooals Goethe trachtte te leven: hij moest zich door godgevallige kunde en door zelftucht bevrijden en opgaan in het groote Geheel, de menschheid; de menschheid begrepen als deel van het Heelal. De Faust uit de legende was een verzinsel van de volks-phantasie, een afspiegeling van wat "men" omtrent een man van de wetenschap dacht.

De systematische kunde van den geest heeft van ons de heete geestdrift verwijderd. Het geloof is bij ons een teeken van onwetendheid. Wij vermogen niet meer de som van onze ekonomische eischen om te zetten in een allegorisch beeld, hetwelk wij naderhand blindelings vertrouwen.

Dan zal uit uwen grond het ontzaglijk beeld van Jacob van Artevelde oprijzen. Gesteund door de Gilden, machtig door kunde, door verstand, door onversaagdheid, zal hij burger, arbeidsman, deken der Gentsche Gilden de koningen om zijn raad en om Vlaanderens vriendschap doen smeeken.... Gruwelijk!

Hy voelt inderdaad het overwicht van z'n onverbrokkelde individualiteit tegenover de poespas van kennis en kunde, die door gebrek aan affiniteit nooit 'n dergelyk geheel kan uitmaken. Een verzameling van mensen bezit als zoodanig nooit een der eigenschappen die 'n mens kunnen versieren.

Dewyl nog vleiereije nog vrees my immer bezielt hebben, kan men staat maaken, dat ik, deeze beide lieden volmaakt gekend hebbende, hen overeenkomstig hunne waare trekken schetsen zal, hoe sterk de schaduwen daar van ook schynen mogen. De Gouverneur, NEPVEU genaamt, ging eer voor een man van goed gevoel, dan van kunde door.

Maar dit deed hij met al de omzichtigheid, kracht en moed waarover de bekwaamste zeeman slechts kan beschikken en hoe minder hij mènsch scheen te blijven, des te meer moest zijn scheepsvolk erkennen, dat zijn kunde en ervarenheid als zééman toenam. Hij werd echter zoo karig met woorden, dat zij geen wóórd van hem hoorden of het moest een bevel zijn.