United States or Russia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Mercuriussen met goud galon om den hoed zouden op den bok zijn ingedommeld onder den invloed der zomerwarmte, had niet een passend bewustzijn van eigenwaarde hen uit den dut gehouden, vooral tegenover de Haagsche straatbengels, die zich aan de grootheden dezer wereld zoo weinig, o zoo weinig! kreunen. Onder de wachtende rijtuigen bevond zich juist kwart voor tweeën een gewone vigilante.

"En toen ik klaar was," las Nel verder, "en het papier wilde meenemen, was ze zoowaar ingedommeld, zoo hield zij zich tenminste, zoodat ik het blaadje wel moest laten liggen. Toen ik later den brief zag, begreep ik, waarom zij dit grapje uitgehaald had. Nu wil ik nog even vertellen, dat ik morgen bij jullie kom.

Doch nauwelijks was zij dan eindelijk ingedommeld, of zij hoorde een stem aan haar oor, die klaar en duidelijk zeide: "ik herken je nog wel; ik vergeet je niet; ik ben stapelgek naar je...." Toen zag zij over haar heen zijn zwart gezicht, met de vreemde, wilde gloed-oogen. Zij wilde geluid geven in haar angst, maar kon niets uitbrengen. Dan schrok zij wakker en zag in het schemerdonker rond.

Ik dacht aan mijn veelbewogen verleden, en mijn droeve, door de herinnering aan ongewrokene beleedigingen gekwelde ziel vond geene rust, terwijl de Egyptische grijsaard aan mijne zijde, door het eentonig geluid der tegen het paardentuig bengelende klokjes, den gestadigen hoefslag der paarden en het ruischen van den stroom slaperig geworden, aan mijne zijde zachtkens ingedommeld was.

Dat gekeuvel werd sedert eenige minuten in het Fransch voortgezet en ontleende aan die eenvoudige omstandigheid een grooten graad van vertrouwelijkheid, hoewel John Watkins, sedert eenige oogenblikken, na zijn derde pijp gerookt te hebben, ingedommeld, nooit eenige aandacht verleend had aan hetgeen de twee jongelieden met elkander praatten in het Engelsch of in welke taal ook.

Op een gegeven oogenblik, terwijl ik half was ingedommeld, hoorde ik tot mijn verbazing den meester op zachten toon, alsof hij hardop droomde, eenige woorden stamelen. Ik ontwaakte en luisterde. Daar zijn wolken, zeide hij, hoe mooi zijn die wolken toch. Er zijn menschen die er niet van houden; ik vind ze wel schoon. O, wij krijgen wind, des te beter, ik houd ook van wind. Droomde hij?

Een enkele vogel zweefde op trage vleugelen hoog in de lucht, en verder was er geen levend wezen te zien, behalve eenige koeien en ook die waren ingedommeld. Tom snakte naar vrijheid en naar iets dat hem genoeg belangstelling inboezemde on de vervelende uren door te worstelen.

De hevige pijn dreef hem het bloed naar de wangen, voor zijne oogen zweefde nog steeds een aanlokkelijk beeld, dat hem steeds vervolgde, al deed hij ook duizendmaal zijn best het te verbannen; hij zag haar steeds voor zich, zooals zij er uitzag op dien dag na de opening van het testament, toen het zoo kalm en rustig geworden was in de prachtige villa; alle bezoekers waren vertrokken, de overste was in een andere kamer ingedommeld, en hij bevond zich alleen met haar voor de eerste maal sedert langen tijd.

Hoe verklaart men het, dat aan dit merkwaardig, ingedommeld sprookjesland, waar de tijd schijnt stil te staan, tot in het midden van de 19de eeuw door groote mogendheden schatting is betaald, als moest men door deemoedige geschenken zich de gunst verzekeren van een gevreesden geweldige.

Neen, zij zou nu weêr zichzelve worden; zij zou zich nooit meer laten medesleepen door zulke afschuwelijke nachtmerries, die haar alleen in een afgrond van smart wilden storten, omdat zij niet sliep... Het was niets dan dat: ze was onwel, ze sliep slecht, en in die slapelooze, stille nachten rezen dan al die spooksels op... zij zou met dokter Reijer spreken over hare insomnies; o, zij voelde zich verlucht en verruimd, nu zij, na nog een weinig te zijn ingedommeld, het vale daglicht door de gordijnen zag schemeren.