United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik had meer dan eene moeielijkheid moeten overwinnen, die niet dadelijk was opgelost. Het gevaarte kostte mij vrij wat slapelooze nachten, zoodat mijn rajah, die hoogst ongeduldig was en den meesten tijd van zijn leven in mijn werkplaats doorbracht, kwam te sterven, voordat mijn olifant zijne wandeling op de groote wegen van Indië kon beginnen.

Stel U een oogenblik de radelooze angst voor den geest, waarin de vrouwen verkeeren dag-in, dag-uit, in de slapelooze nachten elk uur, elke minuut, om man, zoon of verloofde; probeer eens U te verplaatsen in den gemoedstoestand dier vrouwen, als zij 's avonds in de koude lijst van namen der gedooden, gewonden of vermisten, den naam vinden van hem, die haar zoo dierbaar was.

Vooral vlamt die in Dido op en als zij des avonds hare gasten op 't slot naar bed heeft gebracht, »kan zij er zich nauweliks toe brengen weg te gaan". Familiaar en realisties wordt dan haar slapelooze nacht geschilderd.

Ik had enkele weken doorgebracht onder de menschen uit het district, en de tijd was gekomen, dat ik, ofschoon met tegenzin, de schaduwrijke bosschen en de koele dreven van het Boven-Koeramdal moest verlaten voor de brandende vlakten van Bannoe, die ik nu van mijn hoog punt kon zien liggen in een waas van hitte, herinnerend aan punka's en slapelooze nachten, mijn voorland dat de plaats zou innemen van de versterkende lucht van den Roefed Koh.

Helgi antwoordde haar: "Het is uw werk, Siegrune, dat Helgi zou koud is en zoo met bloed beloopen. In slapelooze nachten weent gij heete tranen, die druipen als bloederige droppels op mijn borst. Wij kunnen nog wel ooit kostbare dranken drinken, al ging ons leven ook verloren, maar niemand moet ons beklagen, al ziet hij ook de borst met wonden overdekt.

"Ach!" antwoordde Mimi; "bij het leven, dat ik sedert twee maanden leid, is dat niet te verwonderen: al die slapelooze, doorweende nachten, dat poseeren in onverwarmde ateliers, het slechte voedsel, het vele verdriet.... En dan weet je nog niet alles: ik heb me met eau de Javel willen vergiftigen; ze hebben me gered, maar niet voor lang, zooals je ziet.

Gij die getuigen zult in de volgende eeuwen, Komt, ik wil U vertrouwen in het innigste onder dit onlijdelijk uiterlijk, ik zal U zeggen hoe gij mij heeten moet, Noem mijn naam en hang mijn beeltenis op als van den man die de teederste minnaar was, Het portret van den vriend, den liefdezoeker, die door zijn vriend, zijn liefdezoeker zeer teeder werd bemind, Die zich niet verhief op zijne zangen maar wel op de onmetelijke zee van liefde in zijn ziel, die hij mildelijk uitstortte, Die vaak in groote verlatenheid waarde en dan dacht aan zijne lieve vrienden, aan die hem lief hadden, Die vèr verwijderd van hem dien hij liefhad peinsde in slapelooze nachten, vol onvoldaanheid, Die maar al te goed de pijnlijke, pijnlijke vrees kende, dat hij hem dien hij liefhad toch heimelijk onverschillig was, Wiens gelukkigste dagen die waren als, in de verte van alles, in velden, wouden en op heuvels, hij en een ander wandelden hand in hand, zij tweeën alleen, van andere menschen verwijderd, Die vaak in de straten drentelde zijn arm gebogen over den schouder van zijn vriend, terwijl de arm van zijn vriend op zijn schouder rustte.

Neen, zij zou nu weêr zichzelve worden; zij zou zich nooit meer laten medesleepen door zulke afschuwelijke nachtmerries, die haar alleen in een afgrond van smart wilden storten, omdat zij niet sliep... Het was niets dan dat: ze was onwel, ze sliep slecht, en in die slapelooze, stille nachten rezen dan al die spooksels op... zij zou met dokter Reijer spreken over hare insomnies; o, zij voelde zich verlucht en verruimd, nu zij, na nog een weinig te zijn ingedommeld, het vale daglicht door de gordijnen zag schemeren.

Zijn oogen, moe en dof van slapelooze nachten, schenen twee gebluschte sterren. Zijn stille handen waren steun-zoekend om de armen van zijn zetel geklemd. Waarmee heb ik dat verdiend?... Waarmee?... dacht hij, en pijnigde zonder tot een vaste uitkomst te geraken zijn oud, moe hoofd met nadenken.

Wij vinden den oude weder, op de plek die hij de zijne noemt, doch in een uur dat vreemd zal schijnen aan hem, die niet weet dat het sedert den laatsten tijd een manie van den grijsaard is geworden, om slapelooze nachten met een bezoek aan die plaats te bekorten. De koelte van den Meinacht doet den man niet huiveren, maar verkwikt hem veeleer. Wat doet hij?