United States or Austria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijne afkondiging was onthaald geworden met vreugdekreten, dankzeggingen en gejubel. Hadde hij niet het bevel medegedeeld dat de poorters en hunne vrouwen slechts stil en met tragen stap over de brug mochten gaan, zij zouden waarlijk door de Hoogpoort zingend en juichend op de Markt gestroomd zijn.

Wat kwamen deze booze vervolgers der Kerels op den burg doen? Ha, indien zij tot onder het bereik der pijlen durfden naderen, met welke vreugd zouden Robrecht en zijne gezellen de vernedering van Kerlingaland op hen wreken! Maar de Tancmars keerden ter rechterzijde en gingen achter den opgeworpen dam tot bij de Hoogpoort. Hier traden zij met hunne wapenknechten in de gebouwen van het klooster.

"Hij wandelt op den wal, boven de Hoogpoort", bemerkte Elswinde, "ik heb hem daar straks van verre gezien." Zij stapte ter zaal uit en keerde eene wijl daarna met eene andere vrouw terug. Beiden droegen spijzen aan en gingen voort met de tafel tot het ontbijt te schikken.

Een gewelfde gang liep van daar over de Hoogpoort naar het paleis, op zulke wijze dat vorst Karel, uit zijne slaapkamer tredende, zich ter kerk kon begeven zonder het plein van den burg te moeten overstappen. De nacht was ongewoon donker geweest, ter oorzake van eenen dikken mist, die reeds van den avond te voren als een somber baarkleed over de aarde was nedergezakt.

Komt met haast; wij moeten den ganschen dag arbeiden ..." Zij liepen door de gang over de Hoogpoort en kwamen in het paleis; maar, hoe zij zochten in kamers, in zalen en in kelders, zij vonden er geen levend wezen.

De dijk achter de Hoogpoort was bijna voltooid, toen de jonge kanunnik Ludgard, die Robrecht een vriend was, hem naderde en op troostenden toon zeide: "Mher Sneloghe, ik heb van den heer proost de reden uwer droefheid vernomen. Gij zijt wel ongelukkig, inderdaad; uw lot boezemt mij een diep medelijden in."

De gansche bende, misschien wel honderd man sterk, bewoog zich door de duisternis en stapte tot achter de Hoogpoort, die zeer langzaam en zachtjes werd geopend. Robrecht, die al de anderen vooraf was, gaf met verdoofde stem het sein tot het vertrek.

Een der edellieden, die Vander Zickele hiet, nam het woord en sprak: Ik ben van Gent, mijn steen staat op de Hoogpoort; ik ken Willem Rijnvisch, schepene van de keure van Gent. Hij verloor, over een vijftiental jaren, een zoon van drie en twintig jaar, een losbol, een speler, een luierik; maar men vergaf hem zijne gebreken, om den wille van zijn jeugdigen leeftijd.

Boven de Hoogpoort en er nevens hadden zij velerlei brandstof vergaderd; en aan den rook, die daar ter plaatse opsteeg, en aan de Kerlinnen, aan de struische, moedige vrouwen, die met lange ijzeren lepels daar gereedstonden, konden de Isegrims wel bespeuren met welke vreeselijke wapens men hier hen zou onthalen.

De minste beweging kan zijne wonde weder openen, het ware hem een onherroepelijk doodvonnis. Wij zullen hem naar zijnen Steen dragen; de opene lucht doet hem kwaad." Men gelukte er in het beweeglooze lichaam van Segher Wulf op de baar te leggen, zonder het verband zijner wonde te hebben ontschikt; en zoo begaf men zich, stap voor atap, naar den kant der Hoogpoort.