United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


De lieden, die door Archibius op kondschap uitgezonden waren, hadden nog geen zekere berichten ingewonnen, doch een hardlooper van den Koning had kort geleden een tafeltje voor hem afgegeven, waarop Iras hem uitnoodigde haar den volgenden dag een bezoek te brengen. Er waren verontrustende, doch gelukkig nog onzekere tijdingen gekomen.

Hoe zou ik een grijsaard, die onder den last der jaren gebukt gaat, op gelijke wijze kunnen voorstellen als een jongeling, die het hoofd vol levenslust omhoog heft; een vuistvechter gelijk aan een hardlooper; een dichter gelijk aan een krijgsman?

En reeds zou een hardlooper in stagen draf het einddoel van een renbaan hebben bereikt, toen de rampzalige met een naar gesteun uit hare sprakeloosheid ontwaakte en het oog weer opensloeg. Een dubbel onheil bestookte haar; de gouden wrong om 't hoofd zond een wonderbaarlijken stroom uit van alverslindend vuur en de fijne kleeren, uw geschenk, verteerden het blanke vleesch der ongelukkige.

Nummer zes schijnt flinker; hij is in het geheel niet verhit en houdt het schild kranig op één hoogte.» «Dat jongetjeriep de schonkige kolenbrander uit, in zijn diepe minachting voor den schier al te fijnen jeugdigen hardlooper met een meisjesgezicht en smachtende, vioolkleurige oogen. «Een der voorsten zal het wel winnen; dat zijn prachtige jongelieden, mooi op adem en taai, met spierbundels, die men voelen en tasten kanvoegde hij er bij, door zijne geringschatting van nummer zes vergetende, dat hij zooeven den triomf reeds aan een ander had toegedacht. «Let eens goed op den vijfdeluidde het weder, «die heeft blijkbaar in de palaistra geleerd, hoe men, evenals de struisvogels met hun korte vleugels, zich bij den wedloop met de armen vaart moet geven; zie hem eens werken!» «Doch lang niet vrij en ongedwongenklonk het daartegen, «het hindert hem meer dan het hem baat.

"Vooruit, Zwartje, lustig hoor!" zei Dik, terwijl hij met de zweep de vliegen verdreef, die het paard blijkbaar als hunne zuigflesch beschouwden. "Maar wat zie ik daar? Wie is die hardlooper? Ha, ha! Kijk eens, dokter, daar aan den overkant van het kanaal rijdt de veearts met zijn nieuwen schimmel. Hij wil ons voorbij rijden. Toe Zwart!"

De eene hardlooper bracht de brieven bij den anderen, en zoo kwamen ze in handen van hen, aan wie ze gericht waren, en dat wel in een' onbegrijpelijk korten tijd, want menige hardlooper kon een rennend paard bijhouden.

Den hardlooper moge men nog steeds toejuichen, de schoonste lauwerkransen worden voor den zanger bewaard. Maar was de Griek de eerste, die het oude barbaarsche geloof liet varen? Neen; die roem komt ons toe. Onze vaderen stelden God in de plaats van al die valsche godheden. In onzen godsdienst werd de angstkreet vervangen door het Hosanna en psalmgezang.

In den namiddag waren we weder thuis in ons groote dorp. Hadden we dan al opnieuw tot onze teleurstelling moeten ondervinden, dat onze motorboot geen hardlooper was en hadden we dan al met schade onze eerste pomp-ervaring opgedaan, we hadden de groote rivier gezien en hoe zij zich een bed, rijk aan natuurschoon, uitgeschuurd heeft door het Van Reesgebergte, welks ketens N.W.-Z.O. loopen.

Het vrat allerlei soorten van graan, maïs, boekweit, rapen, afval van groenten, vooral ook wortels van gras en andere planten, die het met den voorkant van zijn snuit en met de pooten uit den grond wroette. Het meest was deze "Hardlooper" belust op roggebrood; ieder die dit bij zich had, liep hij als een hondje na. In levenswijze komen zij overeen.

»Ik ben een hardlooperzei de ander, en om niet te gauw vooruit te komen, heb ik een been afgelegd; want als ik met twee beenen loop, gaat het vlugger dan de vogel vliegt.« »O, ga mee, als wij vijven bij elkaar bleven, komen wij de heele wereld doorHij ging mee, en heel gauw kwamen zij er een tegen, die had een hoedje op, dat heelemaal scheef boven zijn ééne oor zat. »Een beetje fatsoenlijkzei de baas, »zet je hoed toch wat recht, je ziet er uit als een hansworst!« »Dat durf ik niet te doenzei die van het hoedje, »want als ik mijn hoed recht zet, dan komt er een vreeselijke, geweldige vorst en de vogels vallen bevroren en dood uit de lucht.« »O, ga meezei de baas, »met zijn zessen komen wij zeker de heele wereld door