United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zóó lang is de stoet, dat de voorsten, de sterke mannen, heel bij het bosch ten Westen van Björne zijn, als de achtersten, de mismaakten, de zwakke ouden en de vrouwen, die hun kleine kinderen dragen, nauwelijks de kerk te Broby voorbij zijn. En dan verdwijnt de heele stoet in het donkere bosch.

Misschien zou dit dan ook geschied zyn, als niet de verheugde tabakspruimer door 'n nogal bekende soldaten-aardigheid, de voorsten van den troep aan 't lachen had gemaakt: "beter 'n halve pruim in je mond, as 'n heel stuk in je... kraag!" Al wat de voorvechter van 't non-interventiestelsel tegen Wouter inbracht, toen deze zich zegevierend verwyderde... O, Thermopylae! O, Miltiades! O, Glorioso!

Hij nam het tusschen duim en voorsten vinger, bezag het een wijl met dezelfde aandacht, waarmede een oudheidkenner een zeldzamen penning zoude beschouwen, en reikte het vervolgens onder een veelbeteekenend hoofdschudden aan zijn medehelper over.

Op het gezicht van die kleine maar vreeslijke wapens begonnen de Marokkaansche straatslijpers bevreesd te worden, en daar de kleine troep steeds nader schreed, deinsden de voorsten terug. Doch de achtersten uit den hoop, de voorste rijen als een schild voor zich hebbend, drongen op. Toen, bevreesd van de been te geraken, legden de luitenant en de kapitein aan en gaven vuur.

Op sommige plaatsen moest men over breede scheuren heen en van de eene schots op de andere springen, op gevaar af van tusschen die beide in te vallen en voor goed te verdwijnen. De voorsten aarzelden, doch van achteren riep men hun toe zich te haasten.

De dames nu zijn allen conservatief, dat wil zeggen tegen de gelijkstelling der negers; en in Amerika kan niets gedaan worden, zoodra de vrouwen er zich tegen verzetten. De zwarten worden dan ook opeen gepakt in den voorsten wagen, vlak achter de lokomotief, waar zij half stikken van den rook, die hun de oogen verblindt.

"Baas Witt," sprak hij, "ga gij op den voorsten zak zitten en laat den molenaar bij mij hier komen; ik heb wat met hem te praten." Dit gebeurde, en bakker Witt sprak op den voorsten zak zeer luid met den kamerdienaar en de raadsheer sprak op den achtersten zak zeer zacht met den molenaar. "Molenaar Voss," zeide mijn oom, "ik help u uit de verlegenheid.

Op den eersten wagen zaten de oude heeren: de raadsheer, de bakker en de molenaar en, als tot sieraad, ook mijnheer de kamerdienaar; op den tweeden zat Frits Besserdich met Luth op den voorsten zak, en op den anderen zak Hendrik en Fieken, terwijl Frederik achterin lag, in het afgeschoten gedeelte van den wagen. Toen zij een eind weegs gereden hadden, begon oom Herse te spreken.

Wel drongen de voorsten terug, maar verder naar achteren hoorde men hem niet. Steeds drong men voorwaarts! Toen ijlde hij weg naar de kazerne, om hulp te halen. Hij gunde zich echter den tijd niet, om zijne mannen te verzamelen, maar snelde opnieuw, door slechts enkelen gevolgd, naar de plaats van den ramp. De meesten van hen echter, het gevaar ziende waarin zij zich begeven zouden, keerden terug.

"Ik kan 't wel, maar 't is er ook naar," zegt de molenaar en hij gaat op den voorsten zak zitten. Zij zaten nu allen, slechts Hendrik niet. "Hendrik," zeide de molenaar, "hoe is 't? Je zult toch wel op je eigen wagen komen zitten. Fieken, schuif wat op, en maak plaats voor je neef." Maar Hendrik liet dat niet toe, hij sloeg Fieken de paardedeken om de voeten en zeide, dat hij zou loopen.