United States or Libya ? Vote for the TOP Country of the Week !


En Goedele onderging den invloed van dezen trippelzang, en langzaam baadde haar gansche lijf-en-ziele in 't zoete gerucht, dat rijzende of zijgende ging. Ze bepeinsde zich en wroette in haar binnenste, en legde somtijds een gevoel vaste, dat overanderlijk blijven zou. Nadien was ze bezig met Ameye.

Deze vond was van groot gewicht voor my: ik eigende my dit stuk gereedschaps, en wroette voort, nu met mijn stok, dan met mijne handen en nagels; maar het was zonder eenig verder gevolg, dan dat ik met het afkrabben van eenige door- en overwortelde aard, de punt van een kennelijk vierkanten schoon genoegzaam verrotten en zich in splinters of vezels verdeelenden balk van geringe dikte voor den dag deed komen.

In elkaar geschurkt, haar kleine lichaam als gebroken van het beukende werk, wroette en wrong zij over den grond als een vertrapt insect. Tappelings liep soms het zweet haar langs de slapen.

Hij lachte; maar terwijl zijne wezenstrekken een bedrieglijk teeken van blijdschap droegen, beet hij het bloed uit zijne lippen, en zijne rechterhand wroette met wreeden wellust in het vleesch zijner borst. O, ongelukkig, duizendmaal ongelukkig was die mensch! Hoefde hij wel de verschrikkelijke pijnen der helle te vreezen, hij, die reeds twintig jaar de hel in zijn hart droeg?

Hij sprong in het schuitje, dat daar grauw en oud te droomen lag, stak van kant en wrikkelde rechtstaande, stroomop. De regen danste over het water met een breed rhythmisch geluid. Het zingende water was zoo aanlokkelijk! En hij, mestnat, wroette en wrikkelde met den riem zoo krachtig in het water, dat de opstroom schuimend tegen het voorsteventje plaste. Hij zong.

Het vrat allerlei soorten van graan, maïs, boekweit, rapen, afval van groenten, vooral ook wortels van gras en andere planten, die het met den voorkant van zijn snuit en met de pooten uit den grond wroette. Het meest was deze "Hardlooper" belust op roggebrood; ieder die dit bij zich had, liep hij als een hondje na. In levenswijze komen zij overeen.

Ik stiet met mijn stok in dien hoop; en na dit etlijke malen, nu hier, dan elders gedaan te hebben, klonk er iets, als of men op metaal stiet. Ik wroette zoo wat in die opening, en daar kwam een verroest stuk koper voor den dag, het geen, hoe verknaagd en misvormd, echter duidlijk de gedaante van het blad van een bijl had. Wel bezien bleek het dit inderdaad, en volkomen te zijn.

Met groote snelheid wroette hij de gang van de Muis open en haalde haar werkelijk na verloop van korten tijd in; want het piepen van de Muis en het tevreden geknor van den Egel bewezen mij, dat de ontmoeting de bedoelde gevolgen had gehad. Nu was het mij dus duidelijk geworden, hoe hij in 't open veld Muizen jaagt.

En dat leefde allemaal, dat wroette en krioelde en stond geen minuutje stil. De blauwte diepte er fijn en innig tusschen en de zon, de Paaschzon! Want morgen zou het Paschen zijn! De verjongde, malsche, gezuiverde zon speelde dwaas en uitgelaten in dat wolkenspel, lijk een kind 's morgends in het witte bed.

Dan keek hij naar ieder onschuldig varken, dat in den grond wroette, als ware het dier een vermaarde roover, die onschadelijk gemaakt moest worden, en zoo nu en dan bleef hij plechtig staan, of hij de goede burgerij verzekeren wilde: "Zoolang ik schout ben, zal er in Weert niets buiten de welvoegelijkheid geschieden." Aan den anderen kant ... áls er werkelijk eens wat voorviel!