United States or Saint Martin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Boven de berghoogten van kwalen en smarten, Fladdert, fladdert en zweeft een nooit-gelamde vogel Hoog in de reine sferen des geluks, Door de duisterste wolken der onvolkomenheid, Breekt altijd een glimp van 't reinste licht der zon, Een straal der hemel-heerlijkheid-zelve.

Het is zoo vreemd niet, dat er verbindingen zijn aan te wijzen tusschen de stille kringen der Windesheimers en het duisterste wat de Middeleeuwen tegen haar einde hebben voortgebracht: de heksenwaan, thans uitgegroeid tot dat noodlottig sluitende systeem van theologischen ijver en rechterlijke strengheid. Alanus de Rupe vormt zulk een schakel.

Ysabele beval den burcht te doorzoeken. En overal zochten de dienaren en kamenieren. Maar zij vonden geen schaakspel. Morgen, mijn oom, zeide Ysabele; met den nieuwen dag, wen zonneschijn in de duisterste hoeken schijnt, zullen wij zoeken naar dat tweede, Zwevende Scaec.... O mijne tweede, leliëzoete Ysabele! zeide Gawein vervoerd, terwijl Amadijs, achter hem, luisterde jaloerschelijk.

De man richtte zich iets op, en staarde den nacht in, welke voor hem niets was dan het duisterste duister. "Wat moet ik zien?" vroeg hij verwonderd. Ze antwoordde, in 't midden der kamer staande: "Deze baar, waarin ik als lijk lig." Hij werd kwaad, en zei korzelig: "Je verbeeldt je mooie dingen! Schaam je, en ga slapen."

Achter in het duisterste gedeelte van het vertrek, dichtbij en in de deuropening, die toegang gaf naar het achterhuis, zaten de overige bewoners van het huis, uit de familieleden en volgelingen van den Regent bestaande, bij elkander op den grond ons met groote belangstelling te "beobachten", geen beweging die hun ontging.

Al wat hem hinderde liet hij ten gronde vallen ... Nu hurkte hij neder voor de wijd-open deuren. In de duisterste hoeken morrelde hij met grijp-grage vingers.

Op dit kritieke oogenblik verscheen de beroemde Urganda in Constantinopel, die haar broeder, den vermaarden Arthur, Koning van Brittanje, kwam zoeken. De Keizer daalde af in zijn duisterste kerkers, en vond daar den grootste onder de helden opgesloten in een ijzeren kooi, waar hij zijn laatste levensdagen in de diepste ellende en volkomen verzwakt van geest doorbracht.

Deze stem, aanvankelijk zwak, uit het duisterste van zijn geweten opgerezen, was allengs geweldig en schrikbarend geworden, en hij hoorde ze nu in zijn ooren, 't Was hem, alsof zij van hem uit was gegaan en nu buiten hem sprak. Hij meende zoo duidelijk de laatste woorden te hooren, dat hij angstig de kamer rondzag. "Is hier iemand?" vroeg hij luid en ontroerd.

28 Dat is de laagste en duisterste plaats, het meest verwijderd van den hemel, die alles omkringt: wel weet ik den weg: daarom stel u gerust. 31 Deze poel, die den grooten stank uitwasemt, omringt van rondom de treurende stad waar wij op geen manier zonder toorn kunnen binnenkomen."

»En ik was verantwoordelijk geworden voor uw geluk, voor uwe toekomst! Hoe die bijgedachte mij gekweld, hoe die verantwoordelijkheid mij gedrukt heeft, wat ik voor u en met u geleden heb, zult gij uit mijn dagboek zien; iederen avond heb ik eene ure met u, met mij zelven geleefd en geworsteld en dien strijd aan het papier vertrouwd, opdat gij dien eens in zijn geheel zoudt kunnen overzien, en gij mij zoudt kunnen vrijspreken van de verdenking u verwaarloosd te hebben, al schreef ik zelden en al waren mijne brieven »zoo onbestemd," zoo onbeteekenend, hadt gij mogen zeggen, terwijl de uwe mij alles schonken wat een vrouwenhart als het uwe in gul vertrouwen, in teedere openheid heeft te geven; maar, helaas! juist waar ik zag hoe gij op mij rekendet, met hoeveel innigheid gij u aan mij had gehecht, welke liefelijke droomen gij droomdet van onze vereeniging, die voor mij hoe langer hoe onzekerder werden, waar ik wist dat gij van maand tot maand hooptet op de komst van den verloofde, die uw bruidegom en echtgenoot moest worden, terwijl voor mij met iedere maand, met ieder jaar het uitzicht, dit doel, mijn geluk! te bereiken, meer en meer achterwaarts week en ten laatste als wegschoot achter de duisterste wolken als ik dit alles gadesloeg met een bloedend harte, terwijl iedere uwer teleurstellingen, iedere uwer grieven mij op het geweten brandde hoe kon ik dan voor u uitspreken, rondom welken afgrond mijne gedachten dwaalden? Zoolang mij nog eenige hope bleef, moest ik u d