United States or Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was deze wilden-koning, die ons toestond, om ons in die landstreek te vestigen, waar thans de steden Durban en Port-Natal verrijzen. "Maar het was slechts met de bijgedachte om ons aan te vallen, wanneer ons land bloeien zou, dat die gluiperd van een Dingaan, ons deze toestemming verleende!

~Geven~ is vooral: iemand iets overhandigen en het volle gebruik er van afstaan. ~Mededeelen~ is: iets, wat men bezit, met een ander deelen. ~Schenken~ is: iets kosteloos geven, soms met de bijgedachte, dat het voor den ontvangende vereerend is: Ik ~schenk~ u dit boek op uw verjaardag.

In een ~nederige~ woning vindt men soms meer geluk dan in een trotsch paleis. ~Deemoedig~ onderstelt schuldgevoel, terwijl ~ootmoedig~ de bijgedachte heeft, dat men zijn eigen kleinheid of nietigheid diep gevoelt. Hij smeekte God ~deemoedig~ om vergeving; hij onderwierp zich ~ootmoedig~ aan Zijn wil. Met een hart beleed de berouwhebbende zoon zijn schuld.

Frits was in zijn logement teruggekomen, hij wist zelf nauwelijks hoe, want hij was dus in gedachten verdiept voortgegaan, dat hij langs het huis van Verburg voorbij was geloopen, zonder het te weten, ook zonder door iemand herkend te zijn, althans zonder eenige ontmoeting waaruit dit bleek. Ten deele voelde hij zich van een last verlicht. Aan Claudine was nu eene schitterende maatschappelijke positie verzekerd; hij was dus niet de hinderpaal geweest, die hetgeen mijnheer Verburg haar »geluk" noemde in den weg stond. Zij waren nu beiden voor elken terugval, voor elke zwakheid bewaard. Dat zij dezen stap had kunnen doen, reeds , het sneed hem door de ziel, maar toch had hij zelf haar niet het eerst afgestaan, al was het met een bloedend hart; moest zij zich niet vrij achten sinds hij er met zooveel ernst op aangedrongen had dat zij haar plicht zou doen jegens haar vader. Zij had naar dien raad geluisterd, wellicht had die haar over de laatste aarzeling heengeholpen. Zie! alles was nu immers zooals het behoorde, hij kon zich vrijer voelen, behoefde niet meer gebukt te gaan onder de zware verantwoordelijkheid, onder de pijnigende bijgedachte, dat hij haar aan een leven van onbevredigde wenschen overliet. Zij zou niet in eenzaamheid hare jeugd zien verkwijnen; alle genietingen des levens die door Indische schatten konden aangebracht worden, zouden de hare zijn; zij zou ten minste dat uiterlijk geluk bezitten, dat door zoovelen voor het eene noodige werd gehouden, en d

Gij kunt beseffen hoe weinig ik mij gestemd voelde om tot u te komen onder deze omstandigheden, en waarom ik niet of nauwelijks meer van mij hooren liet; behalve de ontstemming die zich als vanzelf aan ieder mijner brieven had moeten mededeelen, kwam ook nog deze bijgedachte: u langzaam te ontwennen aan de hoop, u langzaam te gewennen aan het denkbeeld eener scheiding, die ik voorzag dat komen moest, u zoo het nog zijn kon te genezen van eene onvruchtbare genegenheid, opdat zij u niet al te bittere tranen zou kosten.

~Versagen~ is: zijn hoop in moeilijke omstandigheden verliezen door gebrek aan moed en daardoor het begeerde doel laten varen: Komt, mannen, niet ~versaagd~, den vijand aangevallen! ~Wanhopen~ is: geen of weinig hoop meer hebben op een goeden uitslag, niet door gebrek aan moed, maar door tegenwerking: Ik ~wanhoop~ aan den goeden afloop. ~Vertwijfelen~ is veel sterker; het heeft de bijgedachte: door het ongeluk als gebroken zijn, verward en zonder overleg handelen en zich zelf in het gevaar storten, daar men zich geheel verloren waant.

~Kijken~ onderstelt meer opzettelijk het oog op iets richten: ~Kijk~ eens, of hij er aankomt. Hij ~kijkt~ naar de sterren. Hij ~staarde~ mij verwonderd aan. Hij ~tuurt~ met zijn kijker naar het stipje in de verte. ~Gluren~ beteekent hetzelfde als turen, maar met de bijgedachte, dat dit in het geheim geschiedt. Hij ~gluurde~ door een kiertje van de deur, om te weten, wie er binnen was.

~Zorgeloos~ wijst aan, dat iemand de zaken, die aan zijn zorg zijn toevertrouwd, verwaarloost, of dat hij lichtzinnig voortleeft, zonder de noodige zorg voor zijn toekomst te hebben. Het woord heeft dus altijd een ongunstige bijgedachte. Ofschoon hij meermalen met ontslag bedreigd is, blijft hij nog altijd even ~zorgeloos~. Gij kunt zijn: geen kwaad zal u deren.

In 't begin speelde de gedachte aan haar Frits door alles heen wat zij aan den schilder zeide en terwijl zij naar hem luisterde; maar welhaast verdrong zijne geniale persoonlijkheid geheel die bijgedachte en was het op hem zelf, op hem alleen dat zich hare belangstelling, hare sympathie vestigde.

Ik kon niet nalaten den generaal aan te zien met de bijgedachte aan Rudolf. De fijne egoïst was weder in zijn humeur geraakt. Zijn spijt over het echappeeren van Willibald, had hij spoedig verzet bij het genot zijner lievelingsgerechten, waarmee hij werd gefêteerd, en hij bleek bij uitnemendheid de man voor het weelderige, gezellige leven.