United States or Ukraine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij behooren, gelijk zoovele opmerkelijke maar anders geen hoogere princiepen uitdrukkende meubelkunst en klein-architecteur, tot dat zelfde soort monumenten van onze groote voorgeschiedenis gerekend te worden, waarvan de overblijfselen nog voor een deel in enkele streken van ons land te vinden zijn is in oude buurtjes en grachtjes, huisjes en hoekjes.

Hij wou nu maar op goed geluk gaan dwalen, in dat warnest van smerige buurtjes, door dat doolhof van steegjes, met trapjes stijgend naar steegjes en paadjes en slopjes zonder naam. 't Was gisteren een vuile boel geweest, het had den geheelen dag geregend; nu was 't droog en mooi weêr.

Met jeugdige geestdrift namen ze den eenzamen jongen in hun midden op, bewezen hem kleine vriendelijkheden, en hij vond iets bizonder aantrekkelijks in het gezelschap van de vroolijke buurtjes.

Opmerkelijk is, dat zich deze dracht in al zijn verscheidenheid tot op onzen tijd zoo volledig heeft kunnen handhaven, en dat op een eiland, dat zoo zeer van de zee te lijden heeft, uit slechts een paar buurtjes van houten huisjes bestaat, in zijn geheel even over de duizend inwoners telt, en dat 't ergst van al zoo dicht bij een groot modern wereld-centrum als Amsterdam is, ligt, en dat zooveel door vreemdelingen wordt bezocht.

Eindelijk legde Klaas de konijnen weer in d'r nestje en sloot het hok. »Over veertien dagen zijn ze groot«, zei hij. »Dan kunnen ze bij de oude vandaan. Zullen we nou spelenJo en Nel wilden graag, maar ze moesten 't even thuis vragen. Nu, pa en moe vonden het goed, dat ze kennis maakten met d'r buurtjes. »Maar om half zes thuis wezen, hoor; anders vind je den hond in den pot.

's Avonds begon een der buurtjes, na den gebruikelijken groet, en een praatje over een sterfgeval in den omtrek: Jammer! zoo'n jong madeliefje nog, èrg treurig, vooral voor de familie! over 't vreemde groene ding, dat erg gegroeid was dien dag, en heel bovenaan een rood puntje vertoonde. Nu heb ik van mijn leven al heel wat gezien, lispte de een; maar zóó iets nog nooit!

En voor hem stond z'n moeder en zei streng: »'t Mag volstrekt niet weer gebeuren, hoor!« »Nee moe«, zei Jo. En z'n stem klonk wel een beetje benauwd. »Dubbele tweeJo en Nel voelden zich al gauw thuis in Breedega. Ze konden het met de andere schoolkinderen best vinden. Maar groote vrienden werden ze met hun buurtjes: Klaas en Kee.

Het meisjen in den engelenbak had den policiekommissaris by den kraag genomen, hem achteruit getrokken, was zoo goed mogelyk tusschen de bezitters van de nauw-bezette voorbank heengedrongen, en liet zich daar neervallen op de twee halve schoten van de buurtjes die ze zoo onbarmhartig gescheiden had. 't Is Femke, m'nheer! O god, het is Femke! Als men haar maar geen kwaad doet!

Om 't even: hij lag daar; en de voor allen even goede, koesterende Zon, deed hem ontspruiten in de zwarte aarde, waar ze Haar warmte indrong, en trok de bloem, die in hem verborgen was tot zich, zoo hoog haar groei dit toeliet; en die groei was nu eenmaal hooger dan de groei van de madeliefjes. Heel vroeg in den morgen keken de buurtjes weer naar het vreemde ding.

De grasjes ontspruiten; De bloemkens ontsluiten De blaadjes: daar buiten, Daar buiten, Daar buiten, Wat is er te doen? Jo en Nel ontdekken buurtjes. De Mei was gekomen en had bloemen en bladeren gebracht. En ze had de familie Veenhof doen verhuizen. Vader en moeder woonden nu met hun kindertjes en Dina, de meid, in Breedega. 't Was een heele reis geweest van Amsterdam naar het kleine dorpje.