United States or Grenada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Over deze toekomst van Christus wilde ik in de hier volgende bladzijden iets zeggen, opdat wie het leest, met nieuwe lust en moed worde aangegord, om den strijd, waarin hij zich bevindt, voort te zetten. Laat ik eerst iets zeggen mogen over de uitdrukking »toekomst« van Christus.

Een panorama wel de moeite der beklimming van den somtijds steilen berg waard. En nu, ons aangegord voor het laatste gedeelte onzer wandeling. Naar Eisenach, waar wij nog voor den avond zullen aankomen. Al weder bergopwaarts, gelukkig meerendeels langs lommerrijke paden, waar ge menigmalen stil zult staan om een blik te werpen in het achter u zinkende dal.

Veel was er gedurende die inmiddels verloopen jaren anders geworden. Akbar dan was niet meer. Selim, zijn zoon, na op verlangen van zijn vader bij diens sterfbed het zwaard te hebben aangegord dat hij, de Keizer, steeds had gedragen, was hem opgevolgd en regeerde nu onder den titel van Djihangir in Hindostan.

En weldra, door die waarneming er toe aangespoord, hebben zij zich inderdaad tot een verder onderzoek aangegord en na langzamerhand het masker van bedriegerijen te hebben weggenomen en de nevels van onkunde, waarmee zij werd omsluierd, te hebben doorbroken, hebben zij, eindelijk haar in haar naaktheid begroetend, haar aan het daglicht gebracht ten schouwspel voor de beschaafde wereld.

In een ommezien had gansch Pruisen zich nu aangegord tot den strijd, en was er een Landwehr, een soort van nationale militie, georganiseerd. Zoo geducht werd de drang dezer gewapende massa, dat geheel Pruisen en Saksen door de Franschen moesten worden ontruimd. Tot achter de Saale ging Eugène terug.

Door Demetrius waren zij gewelddadig naar de oude haven gestuurd; daar hadden zij van dit gevecht gehoord; nu hadden zij het stoute zwaard aangegord, en waren ons gevolgd. Friso, die veel met Joniers gevaren had, zeide ja; maar Wichhirte onze koning zeide neen. De Joniers zijn afgoden-dienaren, zeide hij, ik zelf heb gehoord hoe zij die aanriepen.

Men ziet dat de oorzaken van Wouter's verdriet van ongewonen aard waren. Misschien ook ligt de ongewoonheid slechts in myn poging om ze te verklaren, want omstandigheden als waarin hy verkeerde, moeten wel eens meer voorkomen. By elke gelegenheid namelyk, waar naïve hoogmoed samenvalt met even naïve nederigheid. En dit was hier 't geval. Wouter voelde aandrang tot het allerhoogste, en zou weldra geklaagd hebben dat er niet iets moeielykers te bereiken was dan dat. Maar tevens meende hy dat ieder boven hem stond, en dat hy 't nooit zoo ver zou brengen als de laagste. Op buitengewone inspanning was-i dus voorbereid. Al de moeite die hy zich ooit had getroost om meester Pennewip en z'n dame! te voldoen, zou kinderspel wezen by de taak om 'n bruikbaar jongste-bediende by de heeren Ouwetyd & Kopperlith te worden. Hiertoe dus had-i zich vooral na de vermaningen van dien goeden dokter Holsma met byzonderen yver aangegord. Geen "som" uit z'n Strabbe, meende hy, vereischte zóóveel scherpte van oordeel, zóóveel nauwgezetheid, zóóveel geheugen, als er zou te-pas komen in dien nieuwen werkkring. En zie, den eersten dag den besten reeds, vatte hy alles wat men hem zei met 'n gemakkelykheid die hem angstig maakte. Daar moest méér achter zitten! Men wordt geen Ouwetyd & Kopperlith of jongeheer Pompile noch zelfs 'n behoorlyke m'nheer Wilkens! zonder

De tijd en de menschen hebben zich aangegord ter vernietiging van dezen kolossus; maar de massa van het monument was zoo stevig, dat noch de Romeinen, noch de Arabieren, noch de Turken het ontzaggelijk geraamte hebben kunnen sloopen, en zich hebben moeten vergenoegen, met stuksgewijze de ondergeschikte deelen, als het ware de ledematen van het reusachtig gebouw, te vernielen.

Er was voor het oogenblik geen vijand in de nabijheid, en Old Shatterhand kon dus zonder gevaar de vraag doen: "Maar wie heeft u permissie gegeven om de schuilplaats te verlaten?" "Promissie? Mij heeft geen mensch iets te perimetteeren. Ik ben mijn eigen heer en fidei-commisbezitter. Louter uit bezorgdheid voor u heb ik de wapenen aangegord.

Toen de dokter straks de dames heeft vaarwel gezegd, en zijn woning naderde, toen bestond er bij hem geen twijfel meer: Jacoba heeft dien jongeling liefgehad, en zijn nagedachtenis zal haar heilig blijven; maar ook, nu ze haar geliefden vader, na het voorgevallene van den vorigen avond, zoo bitter ontstemd heeft gezien zonder de rechte oorzaak ervan te weten, nu heeft ze mede dorstend naar vrijheid voor zich zelve zich krachtig aangegord om haar zwakheid te bestrijden.