Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Wat betreft de sage van Breboen en Swane, dien ik hier te wijzen op de meening van Dr. Blöte, waarvolgens de sage van den Brabantschen Zwaanridder drie perioden heeft doorgemaakt: de Boulognesche, de Brabantsche en de Kleefsche. De Boulognesche voorstelling was zelfs in Brabant tot 1322 de alleen heerschende.
Zijn afstamming is in wonderen gehuld hij stamt van de mystiese zwaanridder af, de kiem van de Lohengrin-figuur, dromen voorspiegelen zijn toekomstige koningswaardigheid en zijn ganse jeugd wijdt hem voor zijn missie. »In wapenrusting als in hertogsdos was hij een heilige monnik."
De roman van den Ridder met den Zwaan is eene poging om de eigenlijke geschiedenis van den Zwaanridder HELIAS te verbinden met die van GODFRIED VAN BOUILLON. De onbeduidende fragmenten, die wij van de Dietsche bewerking over hebben, verplaatsen ons naar een schitterende wapenschouwing over GODFRIED'S vazallen, die indruk moest maken op de toehoorders als op den Sarraceenschen koning CORNUBRANT, die haar vermomd bijwoont.
"Misdadige leugenaars tijgen GODFRIED VAN BOUILLON aan dat HELIAS, de Zwaanridder, zijn grootvader van moederszijde was" zegt hij in zijn Spieghel Historiael en elders in datzelfde werk over GODFRIED sprekend: Noch wijf, no man, als ict vernam, Ne was noit zwane, daer hi af quam, Al eist dattem Brabanters beroemen, Dat si vanden zwane sijn coemen .
In de toondichten van een Wagner weerklonk opnieuw de horen van de Zwaanridder, het lokkend spel uit de Venusberg en Parsifal's Graal-verlangens. En in de toren-kamer en de burchtgangen van Maeterlinck tastte de kinderachtige Blanchefleur-liefde hulpeloos rond in het afschrikkende donker der Middeleeuwse mystiek.
Wat meer zegt, hier weten wij, dat de sage te onzent in de middeleeuwen bekend is geweest: MAERLANT immers acht het de moeite waard, de sage te bestrijden die verhaalde dat de hertogen van Brabant afstammen van den Zwaanridder.
Voorts bestaat er een fragment van een Dietsch gedicht over den Zwaanridder. Doch geeft het bestaan van dat fragment ons nu "alle reden om te doen vermoeden dat er evengoed een Nederlandsche roman van den Zwaanridder zal bestaan hebben, als er een Fransche Roman du Chevalier au Cygne in verschillende redacties, en meer dan ééne bewerking in de Middel-hoogduitsche letterkunde van bestaat"?
Eveneens kant hij zich tegen de vermenging van ARTUR-sage en Graal-sage, tegen die van de verhalen over den Zwaanridder met de geschiedenis van het huis Bouillon .
Zoolang er geen deugdelijker gronden worden aangevoerd voor de stelling, dat ook ons volk deel heeft gehad aan de vorming dier Oudgermaansche heldendichten, acht ik het beter geene poging te doen ons te tooien met veeren uit de pluimage van Duitschers en Engelschen. Een eenigszins verschillend geval hebben wij in de sage van den Zwaanridder.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek