United States or Cyprus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Joan Blaeu trouwt met Geertrui Vermeul uit Ter Gou, Vondel bezingt hun echt op eigenaardige wijze: hij voorziet den schoorsteen van Katharina Blaeu met een leerzaam rijm en de zerk van Maria Blaeu met dit liefelijk en zinrijk grafschrift: Hier leght Maria, snel verdort. De tijt der schoonste bloem is kort.

Joan Blaeu overleefde de ramp, die hem getroffen had, niet lang: hij stierf op den 28sten December 1673. De zes-en-tachtigjarige Vondel herdacht hem met dit zinrijk grafschrift: Hier sluimert Blaeu, gedrukt van dezen kleinen steen, Al 't aertrijk door bekent, Hoe quam hy aan zijn ent? De gantsche waerelt viel den grooten man te kleen.

Het besef zijner genialiteit legt hij zinrijk neer in Adler und Taube, en woest-tartend zingt hij het uit in Prometeus. Hij voelt dat men iets schoons slechts kan voortbrengen als men alleen staat; aan vindingskracht ontbreekt het hem niet. Maar.... hij moet als het op werken aankomt telkens weer van voren af tasten en zoeken.

Half-ontsloten gaapt de liplooze mond hebben daar ooit lippen bewogen, heeft daar ooit een kleur langs gelachen, heeft ooit een zinrijk geluid geklonken uit dezen mond, waar rust, zonder einde, de eeuwigheid geluideloos? Een doorzichtig Sineesch netelfloers plooit licht op het donkere haar en vouwt over het kleine hoofdkussen tot langs de wegzinkende schouders.

Doch dit verband is alleen dan waarlijk zinrijk en vol van mystische beteekenis, wanneer in het verbindende lid, in de hoedanigheid dus, het wezen der beide termen van het symbolisme ligt opgesloten, met andere woorden, wanneer de roodheid en de witheid niet gelden als louter benamingen voor physisch onderscheid op quantitatieven grondslag, maar gezien worden als realiën, wezenlijkheden.

Die heeft daar geen behoefte aan en ook niet de capaciteiten om het te doordenken. De uitslag zou worden, dat de poëzie maar een klein stukje van het menschelijk leven beslaat, en het allerbelangrijkste er buiten laat. Zinrijk heeft Goethe dan ook gezegd: Wer den Dichter will verstehen Muss in Dichters Lande gehen. Dat is een wet van alle tijden voor de poëzie.

Zij merken de zwakheden, ondeugden en belachelijkheden hunner medemenschen zeer duidelijk op; bezitten even als alle onderdrukten, zooals b.v. ook de Joden, eene besliste neiging tot satirieke bonmots, tot het bespotten en uitlachen van anderen, en zijn daarbij uiterst vindingrijk, zinrijk, somwijlen zeer bijtend.

De gewoonte, om alle dingen in hun zinrijk verband en hun betrekking tot het eeuwige te zien, hield in de denkbeeldenwereld de schittering gaande van verschietende kleuren en de wisseling van vervloeiende grenzen. Wanneer de symboliseerende functie òf uitblijft, òf louter mechanisch is geworden, dan wordt het grootsche gebouw der van God gewilde afhankelijkheden een necropool.