Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 november 2025
Men beweert, dat deeze boschrot zeer schielyk loopt. Wy lieten hem gereed maken: men had ons gezegd, dat hy goed om te eeten was, en wy vonden dit ook bewaarheid; hy had een uitmuntenden smaak, en was malsch en vet, hoe zeer hy mager scheen.
Des anderen daags in den vroegen morgen, kwamen wy, de Cottica overgestoken zynde, weder op den wachtpost van Jerusalem.
Een der slaven boodt my, op de laatstgemelde legerplaats, een Land-Schildpad aan; een dier, het welk wy, wel is waar, verscheiden malen gezien hadden, maar het nog niet beschreven hebbende, zal ik trachten zulks thans te doen. De Surinaamsche Land-Schildpad is van eene eyronde gedaante, en heeft niet meer dan agtien of twintig duimen lengte.
Wy sloegen ons neder aan de oevers van de zelfde Cassipory-Kreek, zonder meer dan zes mylen ten westen van derzelver mond te hebben kunnen voorwaarts komen. Den 21sten, vorderden wy zeven of acht mylen noordwaarts, en wy vonden geen enkelen drop water, om den hevigen dorst te lesschen, die ons allen verslond.
Ik zag aldaar een blanken, die door de steek van een Vampire, of Guiaansch spook, in éénen nacht zyn gezicht verloor. Des anderen daags voeren wy de Commewyne op, en gingen naar Alkmaar, eene aangenaame Cacao-Plantagie, die aan dezelfde Mevrouw GODEFROY in eigendom toebehoorde.
Een van hun, PHILANDER genaamd, stelde my voor, om hen in de bosschen te vergezellen, alwaar wy eenige pingos, of eenige powesas zouden kunnen ontmoeten; maar wy hadden nog geen twee mylen afgelegd, of wy wierden door eenen geweldigen slagregen overvallen, die ons noodzaakte om dit ontwerp te laten varen, en op den hoek lands, Jacob genaamd, de wyk te nemen.
Op 't oogenblik gaf ik vuur, dog met even weinig goeden uitslag als te vooren. Het dier, niet meer dan ligt geraakt zynde, veroorzaakte ons een wolk van stof met modder gemengd, hoedanige ik nimmer dan in een orkaan gezien heb; en wy keerden zeer schielyk naar de kano te rug.
Den 19den, braken wy de legerplaats op, en na een weinig zuidwaards getrokken te zyn, gingen wy oostwaarts, tot tien uuren, toen een gedeelte van honderd Neger-Jagers, met hunnen leidsman VINSACK, tot myn groot genoegen, zig by ons voegde; wy waren derhalven toen drie honderd mannen sterk.
Den 25sten, trokken wy door slyk en water, wy kregen de zwaarste stortregens op het lyf, en sloegen ons des avonds neder by eene kleine beek, genaamd de Java-Kreek, en loopende drie mylen beneden de Wana-Kreek. Den 26sten, wierd ik met eenige weinige manschappen afgezonden, om onze oude legerplaatsen, by de laatstgemelde Kreek, te gaan opneemen.
Om daar evenwel iets van te zeggen, zullen wy daar over, als ook over de eerste gevolgen van dien, de woorden van Mr.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek