Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 mei 2025


Traag zoolang er niets te doen viel, en ver van de beredderingzucht die in Europa voor yver geldt, maar yverig waar bezigheid noodig was ... eenvoudig maar hartelyk voor wie tot zyn omgeving behoorden ... mededeelzaam, hulpvaardig en gastvry ... welgemanierd zonder styfheid ... vatbaar voor goede indrukken ... eerlyk en oprecht, zonder evenwel lust te voelen de martelaar van deze hoedanigheden te worden ... in 't kort, hy was een man die, zooals men 't noemt, overal op zyn plaats zou wezen, zonder dat men echter op 't denkbeeld komen zou de eeuw naar hem te noemen, wat hy dan ook niet begeerde.

Was het nog de zoon van ruwe, onbeschaafde ouders geweest zooals er helaas zoo veel zijn maar een zoon van Professor Lövdahl! een man zoo welgemanierd, zóó humaan, zóó door en door beschaafd! en dat zich dan bij zijn eenigen zoon zoo plotseling een afgrond van verzet en een oproerige geest openbaren moest!

Eens bracht hij er een mee, die Niccolosa heette, welke een treurig sujet, Mangione genaamd, in een huis te Camaldoli onderhield en uithuurde. Zij was mooi en goed gekleed en voor een vrouw van haar soort welgemanierd en aardig in den omgang.

Toen de donna na haar bad een weinig gerust had en een groot vuur had laten aanleggen in de kamer, waarin zij kwam, vroeg zij hoe het met den goeden man was. Hierop antwoordde de meid: Mevrouw, hij heeft zich opnieuw gekleed, is een knap man en schijnt zeer welgemanierd.

Dat was juist een jongen naar zijn zin: stil, bescheiden, en welgemanierd, ver in zijn kennis van 't Christendom als maar weinig anderen en daarenboven nog bezat hij een zeldzaam vermogen om een redeneering te volgen. "Hij moet absoluut in de theologie studeeren; hij heeft een buitengewoon helder hoofd," zei de proost vaak tegen den professor.

De eerst beproefde, maar thans wonderbaarlijk vertrooste jonkvrouwe wilde met alle geweld den ridder de handen kussen, wat deze als hoffelijk en welgemanierd held evenwel volstrekt niet toestaan wou. Veeleer omhelsde hij haar met groote aandoening, waarna hij zijn schildknaap beval, Rocinante den gordelriem vaster aan te halen en hemzelf de wapenstukken aan te leggen.

Een van hen heette Pamfilo, de tweede Filostrato en de laatste Dioneo, elk heel aardig en welgemanierd en zij gingen tot hun besten troost in zooveel verwarring hun donna's zoeken, die toevallig alle drie zich onder de genoemde zeven bevonden, terwijl de anderen allen daaraan verwant waren.

Anderen Op Zoek