Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Zij is grooter dan alle tot dusver genoemde Kaketoes: haar totale lengte bedraagt ongeveer 70 cM., waarvan 30 cM. op den staart komen. Het vederenkleed, de staart alleen uitgezonderd, is bij het mannetje glanzig zwart met groenachtigen weerschijn, bij het wijfje groenachtig zwart; de kop, de zijden van den hals en de vleugeldekveeren zijn geel gevlekt, de onderdeelen lichtgeel gestreept.
De bovendeelen van den Tjiftjaf zijn groenachtig bruingrijs, de onderdeelen vuilwit, aan de zijden geelachtig, de keel en de krop bruinachtig, de slagpennen en de staartveeren ongeveer als bij de Fitis, de onderste vleugeldekveeren geel; een smalle streep boven de oogen is geelachtig wit, een onduidelijke streep aan den teugel bruin; de pooten zijn zwartbruin.
Zij nam een zekere hoeveelheid slijk in haar snavel en bestreek zich hiermede den rug en de vleugeldekveeren, zoodat deze deelen van haar kleed de fraaie, blauwachtig aschgrauwe kleur verloren en een doffe, aardachtig grijsbruine tint aannamen.
De schouder- en staartwortelveeren zijn wit met gelen weerschijn, de slagpennen en vleugeldekveeren zwart, alle met gelen zoom. Het oog is bruin, de bovensnavel donkerbruin, de ondersnavel blauwachtig grijs, de poot lichtblauw. De Bobolink is in Noord-Amerika een zomervogel, die zeer geregeld komt en vertrekt.
De hoofdkleur is olijfkleurig grasgroen; met uitzondering van den kop, den hals en den staartwortel zijn alle onderdeelen met dwarslijnen, de bovendeelen met dwarsvlekken geteekend. De veeren van den mantel, van de schouders en van den achterrug benevens de vleugeldekveeren zijn zwart met twee of drie smalle, gele dwarslijnen en een breeden, groenen rand.
De genoemde soort heeft oranje- of goudgele en eenigszins losbaardige kuifveeren; zij overschaduwen den grooten halskraag, welks veeren grootendeels oranjerood zijn met donker fluweelzwarten zoom, waardoor een reeks van evenwijdige, donkere strepen ontstaat; de veeren van den mantel, die grootendeels door den kraag overdekt is, zijn donker metaalglanzig groen met zwarten zoom, waardoor zij gezamenlijk op een schubbenkleed gelijken; de benedenrug en de bovendekveeren van den staart zijn hooggeel, het aangezicht, de kin en de zijden van den hals geelachtig wit, de onderhals en het onderlijf hoog saffraanrood, de vleugeldekveeren kastanjebruinrood, de slagpennen roodachtig grijsbruin met roestrooden zoom, de stuurpennen op bruinachtigen grond zwart gemarmerd of netsgewijs geteekend en de verlengde, smalle bovendekveeren van den staart donkerrood.
De kop van den Kuifkoekoek is aschgrauw, de rug grijsbruin, de onderzijde grijsachtig wit; de keel, de zijden van den hals en de voorborst zijn roodachtig vaalgeel; de vleugeldekveeren en armpennen eindigen in groote, breede, driehoekige, witte vlekken. Totale lengte ongeveer 40, staartlengte 22.5 cM.
Op de bovendeelen, den voorhals en den krop zijn de veeren zwart, een weinig iriseerend, op den onderrug en den staartwortel, onder het oog, op de borst en den buik wit; de hand- en stuurpennen zijn aan den wortel wit, overigens zwart; de grootste vleugeldekveeren vormen over den vleugel een witten band. Het oog is bloedrood, aan den rand oranjekleurig, een naakte ring er omheen menierood.
Misschien is het juist gezien, een kleine groep die ongeveer tien soorten van uitsluitend in Australië inheemsche Vogels omvat, hier een plaats te geven. De donker blauwzwarte veeren van het oude mannetje hebben den glans van atlas; de hand- en armpennen, vleugeldekveeren en stuurpennen zijn fluweelachtig zwart, aan de spits blauw.
De veeren van de bovenzijde zijn olijfbruin, met een zwak olijfgroen waas aan de oppervlakte, met donkerbruine, uitvloeiende schaftstrepen geteekend; de staartwortel is levendiger en meer effen van kleur; de onderdeelen, de wangen en een streep boven de oogen zijn fijn roestgeelachtig, een streep onder het oog en een tot aan de zijden van den hals reikende baardstreep zijn zwart, de slagpennen en staartveeren donker olijfbruin; de uiteinden van de armdekveeren en van de grootste vleugeldekveeren hebben een lichteren rand, waardoor op den vleugel twee onduidelijke dwarsbanden ontstaan; de buitenste staartveeren zijn aan de buitenzijde wit met dofgekleurde spits.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek