Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Heeft men jonge planten, dan moeten zij elk voorjaar verpot worden; oudere exemplaren daarentegen kan men gerust twee of drie jaar in denzelfden pot laten staan. De potten, die men gebruikt, moeten in verhouding tot de plant tamelijk klein zijn, daar de Vetplanten slechts zeer zelden veel wortels maken en bijna altijd langzaam groeien.
De cultuur van de Remontant-Anjelier is juist dezelfde als die van de Grasanjelier: zij wordt in dezelfde aarde geplant, ook in het voorjaar verpot en daarna buitengezet. Om te voorkomen, dat de stekplanten reeds in den zomer bloeien, snijdt men er den kop uit; zij maken dan zijscheuten, die pas in het najaar in bloei zullen komen.
De jonge zaadplantjes moeten vrij spoedig in kleine potjes, met voedzamen grond opgepot worden; zij worden gedurende het voorjaar nog eenige keeren verpot en tot aan het einde van den bloeitijd buiten op een zonnige plek gezet. De bloeitijd duurt bij deze behandeling, wanneer zij in October worden binnen gezet, door tot diep in den winter toe.
De Curculigo is niet zeer teer; zij verdraagt de droge kamerlucht heel goed en ontwikkelt in één zomer drie tot vier fraaie, groote bladeren, wanneer men ze in het voorjaar behoorlijk verpot heeft in met wat graszodengrond vermengde heide-aarde. Bij het verplanten kunnen de talrijke worteluitloopers afgesneden en in een afzonderlijk potje opgeplant worden.
Wanneer men de Fuchsia's nog eens verpot en men zorgt goed voor de begieting, terwijl het toedienen van gier niet vergeten wordt, dan ontwikkelen zij gedurende den zomer een waren bloemenrijkdom. Men moet ze dan echter op haar plaats laten staan, en niet van de eene naar de andere dragen, wijl zij daar niet tegen kunnen en direct daarop haar bloemen en knoppen laten vallen.
Oudere planten houdt men tot na den bloei in een koel, vorstvrij vertrek; hierna worden zij ingesneden, verpot en eindelijk tegen Pinksteren buiten gezet. Des zomers verlangt de Acacia een zonnige standplaats, rijke begieting en af en toe een begieting met gier. Agathæa amelloides.
De in potten gekweekte Canna's moeten gedurende den zomer rijkelijk gegierd en verscheidene malen verpot worden. Zet men de planten in het najaar voor het venster van het woonvertrek, dan zullen zij dikwijls tot diep in den winter doorbloeien.
Hoe sterker de planten zijn, hoe grooter potten men gebruikt en hoe grover de aarde kan zijn. Het verplanten geschiedt in het voorjaar; sterk groeiende planten worden in den zomer nogmaals verpot. De Varens hebben fijne, teere wortels, waaraan niet gesneden mag worden, zoodat men slechts met een houtje de kluit een weinig losmaakt.
De Lantana verlangt een goeden, weinig zwaren grond, niet te kleine potten, een zonnige plaats voor het venster en overwintering in een temperatuur van 40°-45° Fahr. In het voorjaar worden de overwinterde planten ingesneden, verpot en aan den groei gebracht. De voortkweeking gaat gemakkelijk uit stekken, die men van de, zich in de kamer ontwikkelende, scheuten snijdt en die zeer vlug wortelen.
Groeien zij goed door, dan kunnen zij in hetzelfde voorjaar nog eens verpot worden en gedurende den zomer kan men ze dan buitenzetten. De maand Februari is de meest geschikte om Acacia's te zaaien. Men kweekt de Acacia's in heidegrond, die met 1/4 klei- of graszodengrond en rijkelijk scherpzand vermengd wordt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek