Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 oktober 2025


De bedoelde werken zullen dus in de andere Verbondslanden geen bescherming meer vinden, even alsof de verlenging van den termijn het in werking treden der Conventie had plaats gehad. Neemt men het tegenovergestelde aan, dan zou de bepaling eene onredelijke bevoorrechting inhouden voor de staten, die zich eerst later bij de Conventie aansluiten.

Aan den anderen kant zouden ook de reeds bestaande werken uit andere Verbondslanden, voorzoover zij daartoe overigens in aanmerking komen, in Nederland wél beschermd zijn. Het zal daarom m. i. aanbeveling verdienen, in het Ontwerp eene bepaling op te nemen in den geest van die van artikel 18 eerste lid der Conventie.

Er is gestreden over de vraag, of door deze bepaling aan de Verbondslanden de verplichting wordt opgelegd, het recht tot het leggen van beslag aan de auteurs van werken uit andere Verbondslanden te verleenen, dan wel of zij slechts de mogelijkheid daartoe opent . De geschiedenis van het artikel geeft wel eenigen grond voor de laatstgenoemde interpretatie.

De inlandsche wetten kunnen ook op dit stuk bijzondere min of meer van elkaar afwijkende bepalingen bevatten, die voorzoover zij met het beginsel der Conventie niet in strijd zijn, ook op de werken uit andere Verbondslanden toepassing zullen blijven vinden.

In de tweede plaats kan dit het geval zijn, wanneer een staat, die eerst krachtens een van de artt. 25, 26 of 27 bedongen had op een of meer punten door de oude verdragsbepalingen van 1886 of 1896 gebonden te zijn, hiervan afstand doet. Ook dit brengt natuurlijk een nieuwen rechtstoestand teweeg voor de werken uit dat land in de andere Verbondslanden.

Deze werken zouden echter na onze toetreding tot het Verbond wél beschermd zijn in de andere Verbondslanden, daar volgens het nieuwe systeem der Conventie het ontbreken van bescherming in het land van herkomst alleen dán het auteursrecht in de andere landen doet te nietgaan, indien het het gevolg is van het verstrijken van den beschermingstermijn.

In het eerste lid van dit artikel staat uitdrukkelijk voorgeschreven dat in elk der verbondslanden de bescherming wordt genoten "welke de betreffende wetten den inlandschen auteurs nu verleenen of in het vervolg verleenen zullen". Voor de vervulling der voorwaarden en formaliteiten en voor de berekening van den duur van het auteursrecht verwijst het tweede lid van genoemd artikel naar "de wetgeving van het land, waaruit het werk herkomstig is". Het stelsel der Conventie 1886 is dus wel, zooals ook hieronder nog zal worden uiteengezet, dat geen bescherming wordt verleend voor werken, die niet zoowel in het land van herkomst als in het land, waar men het auteursrecht wenscht uit te oefenen, onder de beschermende bepaling der inlandsche wetgeving vallen.

De Verbondsstaten zijn derhalve verplicht, aan de auteurs van werken uit andere Verbondslanden, behalve de andere hun toekomende rechten, ook het bijzondere recht tot het leggen van beslag toe te kennen. Aan deze verplichting kan niet op andere wijze worden voldaan dan door eene wettelijke regeling.

De besproken bepalingen der Conventie daarentegen zijn, in overeenstemming met de regeling van art. 4 Conventie 1908, alleen toepasselijk op het overnemen van stukken uit dagbladen, die in andere Verbondslanden verschijnen. Eene vergelijking tusschen de twee bepalingen zou hierbij derhalve niet te pas komen.

Het luidt als volgt: Geoorloofde vertalingen worden als oorspronkelijke werken beschermd. Zij genieten derhalve, wat de onbevoegde reproductie ervan in de Verbondslanden betreft, de bescherming, vastgesteld in de artikelen 2 en 3.

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek