Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


Die van smart en rouw gebogen gestalte begon weer te rijzen; in de oude, uitgebluschte oogen schitterde het vuur der vaderlandsliefde, en de stalen veerkracht van weleer blonk van dat verweerd en verrimpeld gelaat.

Het zou haar óók hard vallen heen te gaan; maar dat wilde ze niet bedenken. Ze had den prins zoo lief, dat ze alleen peinsde hoe ze hèm leed zou besparen. Niemand kon ze raad vragen in haar omgeving; ook niet den ouden koning, in wiens zachte, half uitgebluschte oogen ze niets dan goedheid las. Plotseling viel haar iets in.

Dan volgden vier andere kleine jongens in hun gewone kleeding, die een lijkkistje droegen klein als een poppendoos, wit geverfd, met roode en groene bloempjes geschilderd op het deksel; aan weêrszijden der dragers liepen andere jongens eveneens in hun dagelijksche kleêren, die een waskaars in de verkleumde hand hielden, dikke, gele stukken waskaars met zwarte, uitgebluschte pitten.

Vaalbleek, met zijn uitgebluschte oogen, als van dof blauw porcelein, met zijn kortgeknipt, lichtbruin haar, lag hij daar onder Eline's aralia, in zijn bloedelooze vingeren een boek, dat hij niet las. Het was hem, of er geen denkbeelden in zijn brein waren en of hij hersenloos was weggezonken in een matte rust, in een vermoeidheid, als van een zware lichamelijke inspanning.

Des anderen daags woei de wind uit het zuiden en de Victoria ging vrij langzaam over eene uitgestrekte bergvlakte; met onvruchtbare kloven en uitgebluschte kraters; geen enkele druppel water was op deze verdroogde toppen te vinden; opeengehoopte rotsen, gespleten steenmassaas, witachtige mergelgroeven, alles toonde eene groote onvruchtbaarheid aan.

Gelijk de koepel van een geweldige ijshal stond de hemel boven het lang-uit-geschuif van het land, boven de rij grenshuizen der laatste nieuwe-wijkstraten, massale schimmen van staand donker voor de uitgebluschte aureool van het licht der stad, een dof steenduister, waarin twee of drie venstervierkantjes eenzaam waren van warm rood leven.

Een driehoek als een hap was er al uitgesneden, de blanke, vette kaas uitstallend; 't ding had de geheele ruimte met zijn stank verzadigd; en onder om den hoek van de pakhuispoort, laag op den vloer, een blakertje met een eindje vetkaars, vuil en beloopen, geel vet, smelterig om de zwarte, uitgebluschte pit.... een nachtelijk dingetje.

Wanneer een weduwnaar met een jongmeisje trouwt of eene weduwe met een jongmensen, dan houdt bij de ontmoeting, als het sirihwerpen is afgeloopen, degene die al eens getrouwd is geweest, de andere een brandend stuk hout voor; deze krijgt een waterkan in de hand, en giet haar inhoud uit op 't vuur, dat natuurlijk uitdooft, waarna het uitgebluschte brandhout wordt weggeworpen en de waterkan kapot gegooid.

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek