United States or Cyprus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eene flesch goeden witten wijn laat men, met 3 1/2 o. suiker, het sap van 2 citroenen en van één citroen de in wat wijn afgetrokken schil, goed toegedekt, warm worden, giet er dan een opgelost staafje Aga-aga bij, laat het te zamen tot aan het koken komen, giet het door een neteldoeksch lapje en in den vorm.

Bazeler lekkerli. 5 o. honig laat men op het vuur smelten, roert er dan 5 ons suiker en 5 o. gesnipperde amandelen door, vervolgens 5 o. bloem, 6 1/2 l. snippers en de fijngesneden schil van 1 citroen, eene halve notemuskaat, wat gestooten nagelen en een halven kelk arak of rhum. Men kneedt hiervan een deeg, dat men goed doorwerkt, en vier of zelfs acht dagen, toegedekt, laat rusten.

Den volgenden dag zet men het vleesch en het hart, met slappen runderbouillon, dien men den vorigen dag gekookt heeft, en met het noodige zout op het vuur, schuimt het zorgvuldig, en voegt er een bosje dragon en thym, eenige gehakte uijen, benevens eene flesch witten wijn bij, waarmede men het, goed toegedekt, langzaam gaar laat koken.

Dan zet men ze met wat boter op een zacht vuur, laat ze, toegedekt, in hun eigen nat gaar worden en doet ze zoo, met nat en al, in de ragout.

Het geheele bedverhemelte was afgebroken, en dwars vóór de kamerdeur lag een der Franschen in de witte, wolkachtige gordijnen, en rookte uit eene steenen pijp, met de mooie rood en witgestreepte peluw onder zijn hoofd; de andere zat in haar leuningstoel en had zijnen beenen met haar nieuw gingang morgenjasje toegedekt.

Voor een ragout voor 12 personen neemt men 15 ons mager, in kleine stukjes gesneden rundvleesch, zet het te vuur met zooveel water, dat het onderstaat, schuimt het goed en voegt er het volgende bij: een halve knol seldery, een gelen wortel, een pieterseliewortel en twee uijen, alles in stukken gesneden, en laat het zonder zout, goed toegedekt, gedurende 2 uren koken.

Men maakt boter bruin en laat de met meel bestrooide rollen, digt naast elkaar en goed toegedekt, daarin 10 minuten smoren, 5 minuten op iedere zijde.

Dan worden de vruchten in hun eigen nat, met een halve fl. witten wijn, 2 o. suiker, het sap en de schil van 1 citroen, in een aarden potje, goed toegedekt, zachtjes gaar gekookt; gedurende het laatste kwartier voegt men er 1 o., 2 1/2 l. krenten bij, en laat alles tot een dik moes verkoken, dat men, als het koud geworden is, op het deeg smeert, en daarmede vijf kwartier bij den eersten warmtegraad laat bakken.

Het beslag was eindelijk gereed, werd toegedekt en op een warme plaats gezet om behoorlijk te rijzen. »Vooruit, jongens! Nu de keuken uit!" zei moeder. Maar 's avonds, toen het bakken begon, waren Bert en Bruno er dadelijk weer bij.