United States or Jersey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gould heeft haar levenswijze nagegaan. In geheel Zuid-Australië en Tasmanië is zij standvogel; zij bewoont zoowel het kreupelhout van de kust als de schaars met boomen bezette gedeelten van de wouden in het binnenland. Hare gewoonten herinneren evenzeer aan die der Steenuilen als aan die der Nachtzwaluwen.

Bij het wijfje, heeft in plaats van karmijnrood, vaalgrijs de overhand. Het oog is bruin, de snavel licht-, de voet donkerhoornkleurig. Totale lengte 16, staartlengte 6 cM. In Europa bewoont de Roodmusch als standvogel alleen de oostelijke landen, meer bepaaldelijk Galicië, Polen, de Oostzeeprovinciën, Middel- en Zuid-Rusland bovendien echter geheel Middel-Azië van den Oeral tot Kamtschatka.

In ons rijk wordt hij in Gelderland en eenige aangrenzende provinciën op sommige plaatsen van onze heidevelden aangetroffen en komt ook in onze duinstreken, maar enkel bij de dorpen en langs de wegen voor. Dit laatste is trouwens ook het geval in de meeste overige streken, die hij bewoont. Het is een standvogel, die echter in het koude jaargetijde veelal rondzwerft."

Hij is allerwege bekend en overal gemeen, in de meeste gewesten standvogel, alleen in de noordelijke staten zwerf- of trekvogel. Zijn levenswijze komt in vele opzichten met die van onzen Vlaamschen Gaai overeen.

In Nederland zoowel als in Duitschland is het Korhoen standvogel, hoewel misschien niet in de strengste beteekenis van het woord; in de hooge bergstreken en het noorden onderneemt het op bepaalde tijden van 't jaar zwerftochten. Het Korhoen, hoewel ook nog plomp, is toch in al zijne bewegingen behendiger dan het Auerhoen, o.a. kan het sneller loopen.

De rotsduif, die als standvogel in de landen rondom de Middellandsche Zee, als trekvogel op de rotsachtige kusten van Schotland, de Faroër enz., nestelt, is de stammoeder van onze huisduifrassen. De in ons land veelvuldig voorkomende zoogenoemde "wilde" duiven zijn eigenlijk verwilderde huisduiven. Zij broeden op torens en aan andere groote gebouwen, in ruïnes, enz. Orde Hoendervogels.

Zij trekken niet op vaste tijden van de eene streek naar de andere, ook niet in bepaalde richtingen: hun zwerven wordt bloot bepaald door 't gebrek aan voedsel in zekere streek. Is dus ergens een' heelen winter lang voedsel genoeg, dan gedraagt zich een zwerfvogel als standvogel.

Naar het schijnt, is zij hier standvogel of hoogstens zwerfvogel.

Overal waar gemengde wouden voorkomen, kiest het bij voorkeur deze tot verblijfplaats. Het is een standvogel, hoewel niet in de ruimste beteekenis van het woord.

De Kauw is in ons geheele land standvogel, ook in sommige gewesten van Duitschland, vooral in de zeeplaatsen; zelfs in Rusland en Siberië blijven vele Kauwen den winter over, hoe streng de koude hier ook zij. Uit vele streken van Duitschland trekken zij met de Roeken weg en keeren ter zelfder tijd als deze in 't vaderland terug. Haar winterreis strekken zij uit tot het noordwesten van Afrika, het noordwesten van Azië en Indië. Zoodra de winter ons voor goed verlaten heeft, hebben alle paren hunne gewone broedplaatsen weer ingenomen, waar nu veel drukte en beweging heerschen. Enkele Kauwen nestelen te midden van de Roeken, verreweg de meeste echter hebben hiervoor gebouwen uitgekozen. Hier vindt elke spleet in den muur hare bewoners, zelfs zijn er gewoonlijk meer liefhebbers dan plaatsen. Dit geeft aanleiding tot vele twisten; iedere bouwlustige Kauw tracht hare mededingers zooveel mogelijk te verschalken. Het broedsel bestaat uit 4