Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 mei 2025


De snavel is groengeel; bij de volwassen Vogels heeft de voorhoofdsplaat een fraaie, hoogroode kleur. De lichtgroene voet heeft boven het spronggewricht een rooden band. Totale lengte 31, staartlengte 6 cM. De jongen hebben een valere, meer olijfbruine kleur, wit gemarmerde onderdeelen en grijsbruine oogen.

De kenmerken van de Grielvogels (Oedicnemidae) zijn: een betrekkelijk aanzienlijke grootte, een middelmatig lange, dunne hals, een dikke kop met groote oogen, een rechte, vóór het voorhoofd verhoogde, aan de spits kolfvormige, aan den wortel zachte, aan de spits harde snavel, hooge, aan het spronggewricht verdikte pooten, drieteenige voeten, middelmatig lange vleugels, waarin de tweede slagpen de langste is, een middelmatig lange, bijna wigvormige, uit 12

Verschillende Insecten, vooral Kevers en Netvleugeligen, voorts Wormen en dergelijke kleine dieren maken het hoofdvoedsel van de Grondlijsters uit. Aan de Lijsters herinneren de Pitta's, doordat zij haar buit uitsluitend van den bodem opzoeken, aan de Waterspreeuwen, doordat zij dikwijls tot aan het spronggewricht in het water rondwaden om hier te jagen.

Het lichaam is plomp, de snavelspits afgerond; de pooten zijn betrekkelijk zeer kort, hun bevedering strekt zich van voren, doch niet van achteren, tot het spronggewricht uit; de schaften van de 12 stuurpennen zijn naar binnen gekromd; de nagel van den achterteen is stomp kegelvormig en steekt niet voorbij den teen uit. Deze vogels bewonen uitsluitend de bosschen en wel op vochtige plaatsen.

De pooten hebben een buitengewoon langen loop en zijn tot ver boven het spronggewricht onbevederd. De drie voorteenen zijn verbonden door "halve" zwemvliezen, deze strekken zich tot aan den nagel uit, maar zijn diep uitgesneden; de achterteen is klein, hooger ingeplant en reikt niet tot op den bodem.

Meer dan de helft van alle Vogelsoorten wordt tot dusver nog vrij algemeen onder den naam Muschvogels (Passeres) samengevat. Het is moeielijk algemeene kenmerken voor deze groep op te geven wegens de veelheid en de verscheidenheid van de hiertoe behoorende vormen. De grootte van deze Vogels wisselt af binnen veel wijdere grenzen dan in een der andere groepen, n.l. tusschen die van den Raaf en die van het Goudhaantje. Niet minder opmerkelijk is het verschil, dat bij vergelijking van de snavels, de voeten, de vleugels en de staarten, van de gesteldheid en de kleur van het vederenkleed wordt waargenomen. Het zal wel niet mogelijk zijn van den snavel der Muschvogels een ander gemeenschappelijk kenmerk op te geven dan dat hij middelmatig lang is en geen washuid heeft. Van de pooten kan alleen gezegd worden, dat de bevedering van het onderbeen zich tot aan het spronggewricht uitstrekt, dat de hoornlaag die den loop bekleedt, aan de voorzijde uit groote platen bestaat (meestal zeven), dat de voet sierlijk gebouwd is en dat de binnenteen, die gewoonlijk dikker en langer is dan de tweede teen (of binnenste voorteen) een achterwaartschen stand heeft. Voorts verdient vermelding, dat het onderste strottenhoofd bij de meeste Muschvogels bijzonder sterk ontwikkeld is en door 2

De bevedering van de zeer lange, krachtige pooten houdt ver boven het spronggewricht op; de voet bestaat uit een langen loop en vier teenen; de korte achterteen is zoo hoog aangehecht, dat hij bij 't gaan den grond slechts met de spits aanraakt; de buitenste en de middelste voorteen zijn verbonden door een dik spanvlies, dat zich tot aan het eerste gewricht uitstrekt; de klauwen zijn kort, flauw gebogen en stompkantig.

De pooten krommen zich als die van een Dashond van buiten naar binnen; alleen het deel, dat onder het polsgewricht en spronggewricht ligt, is recht en verticaal geplaatst; dit deel verbreedt zich gelijkmatig, totdat het den bodem bereikt, waarop het met de eivormige zool rust; de middelste van elk drietal hoeven is ongeveer dubbel zoo breed als elk der beide zijdelingsche.

De gevangen Kluiten vereischen een zorgvuldige verpleging; hun voedsel moet flink gekruid zijn met insectenlarven of mierenpoppen; zij kunnen dan jaren lang in de kooi in 't leven gehouden worden. De pooten zijn middelmatig hoog, slank, in 't spronggewricht een weinig verdikt, de voeten meestal drieteenig.

De vleugels zijn middelmatig lang, doch breed, de pooten kort; het onderbeen is tot dicht bij het spronggewricht bevederd; de voorteenen zijn niet met elkander vereenigd, de middelste voorteen is bijzonder lang, de achterteen kort en hoog ingeplant.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek