United States or Pitcairn Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vele schadelijke soorten, als: erwtenkever, boonenkever, bladrandkever, appelbloesemkever, dennensnuittorren, graanklander. Schorskevers zijn nauw aan de snuittorren verwant; de kop is vrij dik en eenigszins verlengd, zonder dat deze verlenging veel dunner is dan de kop zelf. De sprieten eindigen in een knopje. De larven gelijken veel op die der snuitkevers.

Daar is de waereld als een droomgezicht van licht en stilte, booven 't sneeuwwit ronden zich donkerblauw des heemels diepste gronden, en alles laaft zich aan het gouden licht, tot van het schamel gras de teerste sprieten, in roerloos, onverzadelijk genieten.

Het kleine vliegje is zwart, de sprieten zijn gedeeltelijk, de pooten geheel rood; de voorpooten hebben zwarte tarsen, de achterpooten een donker bandje om de dijen. Het kaasvliegje zelf vindt men in het bovengenoemde werk van SNELLEN VAN VOLLENHOVEN; het neemt daar de zesde figuur op de laatste plaat in. Ook de gewone kamervlieg Musca domestica L. legt soms hare eijeren op of in de kaas.

Aan den kop, die de oogen, de voelhorens of sprieten en de kaken draagt, laten zich de verschillende leden, die hem samenstellen, niet meer onderscheiden. Het achterlijf bestaat niet bij alle insekten uit een gelijk getal leden; er zijn aan dit lichaamsdeel geene pooten bevestigd.

Gelijken op dagvlinders; maar nooit knotsvormige sprieten. Kleine vlindertjes met goed ontwikkelde vleugels. Zeer kleine vlindertjes met zeer smalle vleugeltjes, door een' franjezoom omgeven. Orde Halfvleugeligen. De monddeelen zijn tot steken en zuigen ingericht; zij vormen alles te zamen een' zuigsnuit. Ook de bovenlip is in de lengte gegroeid.

Slurf uit twee stukken bestaande zonder scheede, een buisvormige snuit gelijk en spiraalvormig opgerold in rust. Vier vliezige vleugels, bedekt met gekleurde en meelachtige schubben. Larf met acht tot zestien pooten; pop onbeweeglijk. Sprieten priem- of borstelvormig. Tinea. Phalaena. Sprieten ergens verdikt. Bek met bovenkaken, meest begeleid door onderkaken.

Geen sprieten maar slechts palpen; kop met borststuk versmolten; acht pooten. Trogulus. Elays. Twee sprieten; kop en borststuk afzonderlijk. Forbicina. ORGANISATIE VAN DEN IVen GRAAD Zie Tabel I Eierleggende dieren met geleed lichaam en ledematen, verharde huid, verscheidene paren kaken en op den kop oogen en sprieten. Ademhaling met kieuwen; een hart en bloedvaten. Opmerkingen.

Monddeelen zuigend. Lichaam slank en dun. Vleugels breed, in den rusttoestand omhoog geslagen, zoodat hunne rugvlakten tegen elkaar komen. Sprieten aan hun uiteinde knotsvormig verdikt. De rupsen van de meeste soorten zijn weinig behaard; enkele met harde dorentjes bekleed. Poppen naakt, hoekig. Lichaam forsch maar niet plomp. Vleugels lang en smal. Verpopping in den grond; geene cocon.

Zy naken, en de wolk der afgeschoten pijlen Is reeds min moordend: Maar wat zal hy in dees nood, Met Jaagren zonder moed, van wapenweer ontbloot? 't Is hier dat leger niet, dat op gevelde sprieten Den reus verwachten kon, de bloem der Kaïnieten! Te kleen in aantal tot verdubbling van hun rij, Belemmert zelfs de speer in 't strijden van naby.

Eierleggende dieren, die een gedaanteverwisseling ondergaan, vleugels kunnen hebben en in volkomen staat zes gelede pooten, twee sprieten, twee facetoogen en een verhoornde huid bezitten. Opmerkingen. Bij de insecten aangekomen bevinden we bij de uiterst talrijke dieren dezer klasse een staat van zaken, totaal afwijkend van dien in de vier vorige.