Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
Wij halen uit onze prauw de kalebas met curare, die wij in den omtrek van San-Fernando gekocht hebben. Volgens haar, is dit niet het "curare fuerte" van de Piaroas. Zij kan daarvan het bewijs leveren, want op den boschrijken heuvel in de nabijheid der hut is de echte curare te vinden. "Volg mij," zegt zij tot mij.
In den namiddag komen drie prauwen, door Baniva-Indianen bemand, te San-Fernando; zij komen van het dorp Samutsida aan de Atabapo en gaan den Orinoco opvaren om caoutchouc in te zamelen. Deze Indianen hebben hunne gezinnen medegebracht. Waarschijnlijk brengt de caoutchouc hun eene aardige winst op: althans zij dragen zeer nette en bijna nieuwe kleederen.
Op den tweeden dag na onze aankomst maakten wij eene interessante wandeling in den omtrek van het dorp, waarbij onze aandacht vooral getrokken werd door beeldwerk op granietrotsen tusschen San-Fernando en de Guaviare, blijkbaar het werk van Indianen.
Een wit voorwerp, in de rivier gedompeld, neemt op eene diepte van dertig duim eene goudgele tint aan; op negentig duim diepte is het oranjerood. Dit water is echter drinkbaar; te San-Fernando gebruikt men geen ander. Het vermengt zich zeer goed met zeep, en bezit twee voortreffelijke hoedanigheden: het houdt de muskieten en de kaimans op een afstand.
Wij hebben te San-Fernando vernomen, dat vlak bij den mond van de rio Mataveni een aantal Indianen begraven liggen, en zeer gaarne zouden wij hunne schedels en beenderen bezitten. Maar waar zijn ze te vinden? Een toeval brengt ons op het rechte spoor. Een der Piaroas geleidt ons, Mirabal en mij, naar het naburige dorp, terwijl Lejanne den anderen beschilderden Indiaan uitteekent.
Nevens het gewone huisraad van de wilden, zoo als de lage holle bankjes, de uitgeholde boomstam, waarin de cachiri of couria bewaard wordt, de bogen, pijlen en andere dingen, zien wij porseleinen borden en kommen, en zelfs zakspiegeltjes. Wij vernemen van deze lieden, dat wij nog zeven dagreizen van San-Fernando verwijderd zijn.
Omstreeks vijf uren bereiken wij den mond van de Mataveni, welke rivier wij opvaren. Wij zullen langs hare oevers de Piaroa-Indianen ontmoeten, die nog geheel in wilden toestand leven, en die ons zeer vermoedelijk beter zullen bevallen dan de half beschaafde en netjes gekleede Indianen, die wij te San-Fernando hebben leeren kennen.
Deze regen duurt, met geringe afwisseling in hevigheid, tot aan den morgen. 21 November. Wij ontmoeten langs de oevers zoogenoemde morichépalmen, waarvan Apatoe verzekert, dat zij alleen aan de mondingen der groote rivieren groeien. Is dat zoo, dan zouden wij niet verre van San-Fernando zijn. Maar de Angostura dan?
In voorkomen en kleeding gelijken zij op al hunne landgenooten, die wij reeds ontmoet hebben; zij verstaan een weinig spaansch, waaruit blijkt dat zij somwijlen met blanken in aanraking komen. Zij beweren noch San-Martino, noch San-Fernando te kennen, hetgeen mij ongeloofelijk voorkomt; ik houd het er eer voor, dat zij ons geene inlichtingen willen geven.
De Guaharibo-Indianen zijn, volgens de bewoners van San-Fernando, zeer vreemde wezens met een blanke huid en rood haar: zij schilderen hen af als zeer wild en bloeddorstig en beweren dat zij steeds ieder belet hebben, tot de bronnen van den Orinoco door te dringen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek