Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Sommigen rijzen onmiddellijk op hun vleugels recht in den zonneschijn; en dit zijn proviandeerenden, die al verscheidene reizen achter zich hebben, sedert de zon rossig en heet uitbrak boven den oostelijken heuvel.

Wijd ... hoog ... stil ... was 't hemelblauw; weinig wolken, maar die heel groot, en langzaam, haast onzichtbaar langzaam drijvend en veranderend van vorm.... De zon stond laag, doorgloeide rossig geel het wazige westen....

De dik gesmeerde kalklaag, wit geel en rossig, was met hare sterke kleur in scherpe tegenstelling met den blauwen, maar door de tusschentonen der lucht zacht getinten hemel; een ruw traliewerk stutte en leidde de takken en het donkergroene loof van den vijgeboom tegen het huis, die eene heldere schaduw gaven op den muur, op de posten der deur, en gedeeltelijk op het meisje, dat, tegen de stijlen leunend, daarin stond.

Moeder en Fietje legden die geschenken opzij en pakten voort de kleren uit. Gescheurde en gevlekte hemden, kamizolen en kousen vol gaten, zware, doorgesleten en scheefgelopen, rossig geworden schoenen.

Het was Marie, die de trap opliep, om boven te zien of Felix wel sliep. Jozef had haar gezien, zoo als haar lichaam zich donker afbeeldde op den achtergrond van rossig keukenlicht, en in de duistere rondheid van haar hoofd had hij haar lippen, donkerrood, de warm-blanke plekken van haar wangen en kin, het glad-glansend-blauw van haar oogen zien schemeren.

Plotseling verschenen de geesten van het levenssap; zij waren kort, dik, met lendenen zoo breed als het Heidelbergsche vat, dijen zoo dik als wijnmudden, en spieren zoo forsig en sterk, dat men zou gezegd hebben dat hun lichaam gemaakt was van groote en kleine eieren, het een op het andere, met een rood vel overdekt, vettig en blinkend als hun dunne baard en rossig haar; en in de handen hielden zij groote bekers met een vreemdsoortig vocht.

De aarde werd van gasvormig vloeibaar, wel nog gloeiend, maar nog steeds minder lichtgevend. In stede van wit en schitterend werd zij eerst goudgeel, daarna oranjekleurig, rossig en donkerrood. Een dikke, zware, in beroering zijnde dampkring omgaf haar. Eindelijk doofde zij uit. Als zon had zij uitgediend, maar om zich te koesteren aan den morgenstond van het leven.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek