Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 mei 2025


Het bevat 3 of 4 eieren, die op bleek zeegroenen grond met roodbruine stipjes en vlekken geteekend zijn, welke aan het spitse einde en verderop zeer verstrooid staan; doch dicht bij het stompe einde gewoonlijk een krans vormen, die uit fijne krulletjes, zigzaglijnen en groote, licht roodbruine, aan de randen uitvloeiende vlekken samengesteld is.

De kale rotsen en de enkele afgelegen bosschen omgeven de roodbruine vlakte, en in de nauwe kloven en dalen, waar als-het-ware een lint van groen langs de rivieren ligt, treft de frischheid door de tegenstelling met de omringende dorheid.

Er was iets aantrekkelijks in haar frisch, jong aangezicht en in het gekletter van haar schaatsen, zoodat een ieder haar aan- en nog eens nakeek. Het was alsof zij, waar zij ging, vreugde om zich heen verspreidde. Het roodbruine haar hing in dartele, kleine krulletjes over haar voorhoofd en schitterde als goud in de zon.

Van boven gezien bood zij het volgend panorama: Eerst een wit gebreid mutsje, door welks gleufjes en gaatjes peperhaar schemerde, dan een korte dikke bruine nek, dan een vettige roodbruine das, dan een wollen omslagdoek, dan een katoenen japon, paf neerhangend om haar lichaam-op-z'n-breedst, dan een paar witte banden van het voorschort, dan een paar zwarte gestopte kousen, ten slotte twee stuk geloopen leeren toffels.

Aan het voorkomen en de kleedij van de menschen, hun huizen en erven, de breede wel-onderhouden wegen is het te zien dat het dagelijksch leven er zijn eisch heeft en nog een begin van overvloed ook. De dorpsvelden zijn goed verzorgd. Er staat vee in de stallen, roodbruine runderen en ruige grauwe buffels die den ploeg trekken door den drassigen akker, een enkele heeft een paardje.

En altijd, in het dal, het zangrig lied van de beek, het geklepper der wentelende molenraderen, die fonkelende diamanten strooien; voorts de steenachtige voorde, waar de koeien, ter halver lijve in het murmelende water stappende, gaan drinken; de waterkers, trillende op de rimpeling des waters; de stuwen waartegen de golfkens schuimend koken, en langs den oever de knoestige wilgen, wier saamgeweven takken als een gordijn van groen vormen, waar de roodbruine rotsen doorheen schemeren.

De snavel is even lang als de kop en zwak gekromd; de loop langer dan de middelste voorteen; de staart kort en afgerond. Het losse vederenkleed is van boven blauwachtig aschkleurig, van onderen licht roestbruin, de slagpennen zijn zwart, de stuurpennen grijs met roodbruine spitsen; borstelvormige veeren hangen over de kokervormige neusgaten heen; de achterkop is met een kuif versierd.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek