Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
Twaalf van de zestien lange aanhangsels, die de plaats van de eigenlijke stuurpennen innemen, kunnen ternauwernood nog den naam van pennen dragen; omdat zij bestaan uit een as met niet samenhangende, wijd uiteenstaande baarden en dus op de haarvormig gebaarde pronkveeren van sommige soorten van Reigers gelijken.
Rondom het oog blijft een tamelijk breede, onbevederde ring over. De randen van de oogleden zijn met kleine, schubvormige veeren als met wimpers bezet. Het vederenkleed is bij de mannetjes, wijfjes en jongen min of meer ongelijk; het verschil betreft niet alleen de kleur, maar ook de pronkveeren.
Het mannetje en het wijfje verschillen bijna niet in kleur; bij den haan zijn de pronkveeren echter langer dan bij de hen. De bovendeelen zijn zwart, de onderdeelen lichtbruin, gene met lichtroode en witte vlekken, deze met witte dwarsbanden, waardoor een moeilijk te beschrijven mengelmoes van de genoemde kleuren ontstaat; de buik is witachtig. Totale lengte 45, staartlengte 12 cM.
Deze pronkveeren, die een soort van waaier vormen, welke opgericht kan worden, maar in den toestand van rust over den vleugel heenligt, iriseeren prachtig. De Vogel is 65 cM. lang; hiervan komen 42 cM. op den staart. De kop is met rondachtige, schubvormige veertjes bedekt, die bronsgroen zijn, maar een blauwen en metaalachtig groenen weerschijn vertoonen.
De kleine veeren, hoewel overvloedig, zijn stijf en liggen dicht tegen het lichaam aan; zij laten dikwijls een deel van den kop en van den hals onbedekt of zijn hier veranderd in fraaie pronkveeren; bij enkele zijn zij ook aan den voorhals lang en smal. Het mannetje en het wijfje zijn nagenoeg gelijk van kleur, doch ongelijk van grootte.
De jongen verkrijgen na het eerste ruien een kleed, gelijkende op dat der ouden; alleen de pronkveeren hebben dan nog niet den definitieven vorm. De Kranen bewonen alle faunistische rijken, behalve het Zuid-Amerikaansche. Ieder werelddeel heeft zijn eigenaardige soorten. Azië de meeste.
In verband met de ligging van het door hem bewoonde gebied broedt de Pauw vroeger of later in 't jaar, in Zuid-Indië gewoonlijk tegen het einde van 't regenseizoen, in noordelijker gewesten ongeveer van April tot October. Volgens Irby verliest de haan zijn sleep in September; eerst in Maart heeft hij hem volkomen terug en kan dan dus aan de paring denken. Hij toont thans aan het wijfje zijne pronkveeren in haar vollen luister en gedraagt zich over 't algemeen op dezelfde wijze als zijn getemde afstammeling. Het nest, dat men gewoonlijk op een kleine verhevenheid, in het woud onder een grooten struik vindt, bestaat uit dunne takjes, droge bladen en dergelijke materialen en is even slordig gebouwd als dat van de andere Hoendervogels. De hen legt 4
Haar vederenkleed is bijzonder fijn en grootendeels licht loodkleurig grijs, de voorhals met zijne afhangende pronkveeren is donkerzwart, de kuifveeren zijn zuiver wit, de slagpennen grauwzwart. Het oog is hoog karmijnrood, de snavel aan den wortel vuilgroen, bij de spits hoornkleurig, de snavelspits zelf lichtrood, de poot zwart. Zij is 85 cM. lang.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek