Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 oktober 2025


Trouwens verscheiden plaatsnamen blijken zich uit benamingen van landerijen te hebben ontwikkeld, ik herinner slechts aan Barneveld, Meerveld, Pijnakker, Franeker, d.i. Vroonakker. Andere wettigen althans gegronde vermoedens, als 's Heerenhoek, Zandkoek, Zuidhorn, Plorn, Uithoorn, waar horn de beteekenis heeft van "hoek". a. Nederland is een waterland bij uitstek.

Waar wij te doen hebben met het Latijnsche traiectum, als in Woensdrecht en eveneens in Utrecht en Maastricht, wordt beslist een veerplaats of doorwaadbare plaats aangeduid. Het meest belangrijk uit taal- en vooral uit kultuurhistorisch oogpunt zijn wel de plaatsnamen samengesteld met -rode en -rade.

Een vaste grenslijn tusschen de plaatsnamen met beiderlei vormen samengesteld is moeilijk te trekken, te meer, daar de vroegere spelling van een plaatsnaam zoo vaak afwijkende vormen vertoont.

Harting in "de Bouwkunst der Dieren," "leefden eenmaal in alle Europeesche landen, ook in ons vaderland, gelijk sommige plaatsnamen nog getuigen, zooals die van Beverwijk, Bevervoord, waar zij vermoedelijk menigvuldiger waren dan elders.

Het woord broek komt in vele geslachtsnamen, Beerenbroek, Suringbroek, Biesbrouck, Muelenbroock, Mecklenbroick, Waelbroeck, en in zeer vele plaatsnamen voor. Zie ook § 141. Van den Bilcke en Van den Bulcke; bilk of bulk is een vlaamsch woord dat een byzonder weiland beteekent, door eene heining, haag of sloot omgeven en afgesloten. De ossebilk is in Vlaanderen, ten platten lande, wel bekend.

De oude patronymika evenwel, die reeds bestonden, en als toenamen, 't zy dan voor enkele personen, 't zy voor geheele verwantschappen en geslachten reeds in gebruik waren, bleven voortbestaan. En zeer velen daarvan bestaan nog heden, als plaatsnamen en als geslachtsnamen.

Maar waar van zulk eene dwaze naäpery geene sprake kan zijn, daar moeten deze vadersnamen beschoud worden als dienstdoende plaatsnamen. Abbinga-state, Aggema-state, Allinga-sate, Elgera-sate, Cleveringa-heert, Ompteda-burcht, enz.

Naar wij zien, komt hier het Saksisch, Frankisch en gemengd Saksisch-Frankisch karakter der bevolking vrij goed tot zijn recht. Ook op Franschen bodem treft men Nederduitsche plaatsnamen aan; zie hierover Joh. Hoofdbron voor de studie der plaatsnamen zijn de ten deele aangehaalde studiën in de Nomina Geographica Neerlandica, uitgegeven vanwege het Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap.

Het zijn allen oorspronkelik oud-germaansche namen, en allen hebben ook aan vele andere geslachtsnamen, meest friesche patronymika, oorsprong gegeven. Verder Remminga, Remmen en Rems, met Remmington in Engelland, en nog Remkema van den verkleinform Remke. Buitendien zeer vele plaatsnamen in alle germaansche landen.

Omgekeerd komen er in Zuid-Nederland geslachtsnamen voor, die ontleend zijn aan plaatsnamen uit de noordelike gewesten. Maar dezen zijn daar toch niet zoo talrijk als hunne tegenhangers in het Noorden zijn, wijl er zich nooit zooveel Noorderlingen in het Zuiden gevestigd hebben, als omgekeerd. De volgende namen, die deze groep formen, zijn my bekend: Van Biervliet, Van Delft, Van Dieren.

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek