United States or Tajikistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij zien, dat de graptolithen in het cambrische tijdperk ontstonden en na het silurische weder uitgestorven waren, en dat de trilobieten de permische periode niet hebben overleefd.

Slechts enkele typen blijven voortbestaan: nog geene enkele der nieuwe vormen, die het secundaire tijdperk teekenen, komt ten tooneele. Het is dus natuurlijk, dat het einde der permische periode tevens als het einde der paleozoïsche periode beschouwd wordt. De dierenwereld uit die periode telt nauwelijks driehonderd bekende soorten.

In de triasformatie heeft men schedels van 1,30 meters gevonden, waaruit men vermoeden kan, dat die dieren meer dan zes meters lang moeten geweest zijn. Die uit de permische terreinen van Ohio en Illinois waren kleiner. De vorm van den schedel en van de tanden, als grijp- en kauworganen zoozeer overeenkomend met die der krokodillen, wijst er op, dat wij te doen hebben met verscheurende dieren.

Wij zullen ze leeren kennen in de permische periode, waarin zij zich snel ontwikkeld hebben, ten einde zich voor te bereiden voor de heerschappij, die zij in de secundaire periode moesten voeren. Einde van het Primaire Tijdperk. De permische periode. Amphibiën en kruipende dieren.

1 Oudste azoïsche periode of Laurentische periode. 2 Middelste azoïsche periode of Cambrische periode. 3 Jongste azoïsche periode of Silurische periode. II. Primaire periode. Periode der Visschen en Varens. 4 Oudste primaire periode of Devonische periode. 5 Middelste primaire periode of Steenkool periode. 6 Jongste primaire periode of Permische periode. III. Secundaire periode.

In het begin der triasperiode zijn de binnenzeeën, waarin zich in het noorden van Duitschland en Engeland de zeebezinkingen der bovenste permische formatie hadden afgezet, uitgedroogd; men moet meer in het zuiden, in de nabijheid der Middellandsche zee zijn, om eenen zeetoestand terug te vinden.

II. In de tweede periode de sigillaria's en de calamiten te zamen met de groote boomvarens. In die laatste periode komt de Walchia te voorschijn, die in de bosschen der Permische periode de overhand heeft. Doch laat ons thans meer nauwkeurig de steenkolenmijnen onderzoeken. De steenkolen zijn het product van eene opeenhooping van ontlede plantaardige stoffen.